Download Boodschappen
Boodschappen 2002
7 januari 2002
Ik zie een ovale
lichtschijn. Vanuit deze lichtschijn, (gezien van bij mij) links
naast het altaar, komt helemaal in het wit gekleed de Moeder Gods.
Ze zweeft op een wolk iets in de hoogte. Ze draagt een wit gewaad:
wit kleed, witte sluier met goudboord. Ze zweeft over ons allen en
komt heel dicht naar mij. Haar haren zijn donker en onder haar
sluier zijn ze bijna helemaal bedekt. In haar handen houdt ze een
lichtende witte rozenkrans.
Ze spreekt: "Ik
groet en zegen jullie, mijn kinderen, in de naam van mijn goddelijke
Zoon Jezus Christus. Ik ben Maria, de Smetteloze, Maria, de Moeder
Gods. Kinderen, hoe troost mij jullie roepen. Roep, bid, smeek voor
mijn geliefde zonen, mijn priesterzonen, die steeds door de
duisternis aangevallen en bekoord worden!" Nu zie ik rond haar een
kring van witte rozen. De rozen stralen over ons allen. "Ik kom naar
jullie opdat jullie deze tijden van rampen en lijden doorstaan. Ik
verschijn voor mijn priesterzonen en religieuzen; ze mogen helemaal
in de Kerk leven. Hou jullie vast aan mijn Zoon. Blijf trouw aan de
Kerk! Dit is mijn oproep aan jullie. De tijd waar jullie je in
bevinden is moeilijk, maar de tijd die jullie verwachten, is vol
nood en rampen. Daarom kom ik vandaag vooral voor jullie. Verlaat
niet de weg naar het vaderhuis.
Jullie families,
jullie mijn kinderen, ik bemin jullie. Hoezeer bemin ik jullie! Wat
kunnen jullie doen voor mij? Sterk mijn priesterzonen en de broeders
en zusters in de kloosterorden. Bid voor hen, die de weg verlaten
hebben. Veel is in wanorde geraakt.
Hou u niet vast
aan die wanorde! Denk aan de liefde, de vergiffenis, de
barmhartigheid van mijn Zoon Jezus. Mijn geliefde Zoon zal alles
weer verenigen. Lieve kinderen, er is zoveel nood in jullie families.
Bid vurig, dan zal ik tot jullie komen en jullie mijn hulp, die de
hulp is van mijn goddelijke Zoon, geven." De Moeder zweeft in de
lucht en uit haar Hart komen verschillende genadestralen. In deze
genadestralen worden alle aanwezigen omvat. "Het heil van mijn
geliefde Zoon valt jullie ten deel. Ik zie een ziel onder jullie die
zich zorgen maakt om haar zoon. Zeg haar dat ik ze gehoord heb. Wijd
uw zoon toe aan mijn Onbevlekt Hart. Ik zeg u, ik ben uw hulp in de
naam van mijn geliefde Zoon Jezus. Kinderen, roep mij wanneer jullie
in nood zijn. Ik hoor jullie ook wanneer jullie denken dat ik niet
bij jullie ben. Ik ben bij jullie. Jullie kinderen, vraag ik, bid,
bid, bid. Ook wanneer ik het jullie steeds weer moet zeggen: bid!
Mijn oproep aan jullie is heel belangrijk. Het gebed heiligt jullie
en zo kan mijn goddelijke Zoon bij jullie zijn intrek nemen. Mijn
geliefde Zoon laat mij bij jullie zijn opdat ik zijn genaden aan
jullie kan schenken, want zijn woord is het mijne en zijn woord is
één met dat van de Vader. Kom tot mij, in mijn blauwe oase van gebed.
Ik ben hier helemaal tegenwoordig. Lieve kinderen, een andere oproep
richt ik aan jullie: vorm kleine huiskerken, kleine blauwe
gebedsoasen, opdat jullie, die nauw met elkaar verbonden zijt,
wederzijds in mij en in Jezus kunt en moogt steunen. Word mijn
gebedsparels. Kom dan naar mij hier in deze kerk en laat jullie
zalven opdat jullie sterk worden naar lichaam en ziel. Wie ik
vandaag deze opdracht toevertrouw, die voelt deze in zijn hart. Mijn
oproep gaat naar drie personen. Horen jullie mij, kinderen? Bid bij
jullie thuis, bezoek dikwijls mijn kerk. Dit is mijn raad aan jullie!
Volg de priesterzonen die mij nabij zijn. Aan u, die een groot feest
plant, zeg ik: plan voorzichtig mijn feest. De plek is ongewis. Laat
u leiden."
Maria gaat naar de
biechtenden. Ze zegent hen. "De biecht, de reiniging van de ziel, is
een grote genade. Maak er gebruik van. Bevrijd jullie, kinderen.
Hoezeer verheug ik mij en mijn goddelijke Zoon over een biecht uit
het hart. De duisternis wil deze reiniging van de ziel niet, omdat
ze niet wil, dat jullie in Jezus geheiligd worden. Jullie verzorgen
echter jullie lichaam, verzorg dus ook regelmatig jullie ziel.
Verwaarloos jullie ziel niet, ze is voor de eeuwigheid geschapen."
De Moeder zweeft
naar ieder apart. Achter haar zie ik twee engelen met ieder een
gouden schaal. De Moeder Gods spreekt en zegent ieder apart. Op één
ziel ademt ze op het voorhoofd en zegent. In de schalen zie ik een
doorschijnende vloeistof en een doorschijnende zalf. Na een tijdje
keert ze teug naar haar plaats.
"Kinderen, luister
naar mijn woord. Vertrouw mijn goddelijke Zoon Jezus. Ik bescherm
jullie." Nu opent ze haar mantel en wij zijn allen erin geborgen.
Uit de mantel straalt een heel helder wit licht. Wij zijn helemaal
door dat licht omgeven. "Kom naar mij, ik genees al jullie wonden.
Vandaag schenk ik aan allen mijn licht, dat jullie geneest naar ziel
en lichaam. Ik ben bij jullie. Dit moeten jullie zeggen wanneer
jullie de kerk verlaten: "De Moeder begeleidt ons, ze begeleidt ons
wanneer wij naar huis gaan." In jullie harten zullen jullie mijn
licht naar jullie thuis dragen." Een lichtstoot komt naar ons en
dringt binnen in allen. "Voel mijn tegenwoordigheid, want ik ben
het, die jullie sterkt, Maria, jullie hemelse Moeder."
Nu zie ik dat haar
Hart open is terwijl het rozenhoedje van de Liefdesvlam gebeden
wordt. Een doornenkroon omkranst haar open Hart.
"Ik dompel jullie
onder in mijn Onbevlekt Hart. Moge mijn gezang dringen in jullie
zielen opdat jullie mijn stem horen in jullie hart en ze daar altijd
en altijd weer moge klinken. Mijn kinderen, door jullie gebed mogen
jullie de Kerk sterken. Wat een genade voor jullie! Ik kom nog enige
aardse tijd naar jullie, maar dan wacht er jullie een nieuwe taak in
de Vader. Dit is zeker en het weze jullie gezegd. Wordt niet
moedeloos want jullie zullen mij mogen waarnemen. Daarom kinderen,
bezoek mij en leef volgens de woorden van mijn geliefde Zoon Jezus
Christus. Jullie zeggen: 'Moeder, het wordt steeds zwaarder, hoe
kunnen wij vandaag nog leven volgens het evangelie?' Ik zeg jullie:
Met mijn hulp! Ik help jullie onmiddellijk wanneer jullie het wensen,
kinderen. Ik sterk jullie. Heb moed want ik ben jullie hemelse
Koningin. Het is tijd nu, maak jullie klaar, verlies geen aardse
tijd! Ik bemin jullie, hoe kan ik jullie verloren laten gaan! De
gebeurtenissen in de wereld moeten jullie niet belasten. Wees in
mijn Zoon Jezus Christus. Wat er ook gebeurt, ik ben bij jullie. Dit
is de wil van de Vader in de hemel. Amen!", roepen de engelen samen
met haar.
Achter de
altaarbank zie ik de H.Josaphat en van voor paus Pius XII. De
H.Charbel knielt voor het altaar en buigt bij ieder gebed. In zijn
handen houdt hij een klein, blauw stralend boek. Voor het altaar
rechts en links naast hem, zie ik Robert Bellarmin, Myriam van
Abbelin, Zuster Faustina en pater Pio, die bij ieder gebed zijn
gezicht tot op de grond houdt. Vanuit hem gaat er een helder licht
uit. Hij buigt en gaat naar de biechtstoel. Hij begeleidt de
biechtenden. De engelen zijn nog aanwezig.
4 februari 2002
Ik voelde een
grote hitte. Nu zie ik een ovaal, helder licht links van het altaar
(gezien van bij mij). De Moeder Gods treedt uit dit licht stralend
naar voor. Ze draagt een witte sluier die reikt tot op de bodem.
Deze sluier is met een gouden boord versierd. Op haar hoofd draagt
ze een gouden kroon. Ze draagt een wit gewaad. Haar Hart is open,
het straalt. Om haar Hart is een doornenkroon gewonden. De Moeder
Gods heeft donkerbruin haar die naar achteren vastzitten. In haar
handen houdt ze een stralende witte rozenkrans. Het kruis is van
goud en straalt eveneens. De H.Maagd glimlacht. Ze staat op een wolk.
Ze nadert mij en ze spreekt:
"Ik groet en zegen
jullie, mijn kinderen.
Ik ben Maria, de
Smetteloze, Maria, de Moeder Gods. Hoezeer verheug ik mij over
jullie gebed! Bid, bid, bid! Laat het gebed niet na. Hier ben ik
werkelijk tegenwoordig. Zo wil mijn goddelijke Zoon Jezus Christus
het.
O, mijn
kinderen, hoezeer bemin ik jullie, hoezeer bemint jullie mijn
goddelijke Zoon Jezus. Bemin
Hem, kinderen, schenk ook Hem jullie liefde! Kinderen, ik roep
jullie op: bid voor Duitsland! Bid voor mijn geliefde priesterzonen,
bid voor de broeders en zusters in de kloosterorden! Blijf trouw aan
de Kerk, jullie, mijn geliefde priesterzonen, jullie broeders en
zusters in de kloosterorden. Ga niet van de weg af, die mijn
goddelijke Zoon Jezus jullie getoond heeft. Geliefde kinderen,
blijven ook jullie trouw aan mijn Zoon Jezus. Jullie de families, ik
roep bijzonder tot jullie want ik bemin jullie. Jullie zijn de
bouwtenen van de Kerk van mijn geliefde Zoon Jezus. Lieve kinderen,
ik spreek vandaag tot jullie als Maria, de Koningin van alle engelen.
Hoe belangrijk
zijn de heiligen! Dikwijls geraken zij in de vergetelheid! Velen
zeggen dat we ze niet mogen aanbidden, alleen God de Vader en Jezus,
zijn Zoon mogen aanbeden en vereerd worden. Aanbid de heiligen niet,
maar vereer ze. De heiligen zijn jullie wegwijzers. Jullie kinderen,
die nu uitgerust zijn met de kaart, die het evangelie is, om jullie
heil, het vaderhuis, te vinden, vinden jullie niet gemakkelijker de
weg wanneer er een wegwijzer is? Dit moeten de heiligen zijn:
wegwijzers en helpers! Graag mogen jullie de vele helpers en
helpsters van mijn goddelijke Zoon om bijstand vragen. De heiligen
smeken en vragen voor jullie bij mijn geliefde Zoon Jezus Christus
en bij de Vader. Zo zien jullie hoe belangrijk de heiligen in de
hemel zijn.
Lieve kinderen, ik
roep jullie op om kleine huiskerken, kleine blauwe oasen van gebed
te vormen. Ik zal nog driemaal naar jullie in Sievernich in deze
kerk komen. Daarna zal ik jullie in grotere afstanden naar deze kerk
roepen. Ik zal voor mijn werktuig niet elke maand zichtbaar
verschijnen in deze kerk. Toch zijn mijn verschijningen in
Sievernich niet voorbij. Ik zal jullie, kinderen, op tijd naar mij
roepen. Luister echter naar mijn woorden: vorm kleine blauwe
gebedsoasen. Jullie gebed voor Duitsland is zeer belangrijk. Bid,
kinderen, laat de H.Geest toe in jullie zielen. Jullie geloof mag
geen geloof zijn van de welstand. Welke flauwe smaak heeft de
welstand in sommige zielen achtergelaten! Kinderen, brand van liefde
opdat ik in jullie harten een plaats vind, opdat ik tot jullie kan
komen, kinderen.
Nu spreidt ze haar
gewaad over ons uit en het omhult ons allen.
"Ik bescherm
jullie, mijn kinderen, want ik ben Maria, de Smetteloze, de Moeder
Gods. Zeg aan die jonge vrouw die in nood is, dat ik ze zal
bevrijden. Ze is het eigendom van mijn geliefde Zoon Jezus Christus.
De duisternis moet wijken. Haar geestelijke leider heeft nog een
aardse tijd nodig, opdat ze vrij kan worden. Er is gebed nodig.
Nu zie ik hoe er
uit haar Hart bloed vloeit. Het vloeit over ons, maar bij ons
aangekomen, verandert dit bloed in rode, gele en witte rozen. Nu
gaat ze tot ieder van ons. Achter haar zie ik twee engelen, die twee
gevulde schalen in hun handen dragen. Z stopt nu bij een jonge vrouw
aan mijn rechter zij en spreekt: "U kwam naar mij en ik verheug mij.
Indien u slechts uit nieuwsgierigheid kwam, zo wil ik in uw hart de
liefde van mijn goddelijke Zoon planten." Ze zegent de jonge vrouw.
Nu gaat ze naar ieder apart en zegent iedereen.
"Lieve kinderen,
ieder van jullie roep ik naar mij. Eender wat de wereld jullie zegt,
wat de wereld acht of niet: blijf trouw aan mijn Zoon. Ik zend mijn
liefde in jullie harten. Voelen jullie mij? Ik ben jullie Moeder,
hoe zou ik jullie kunnen laten verloren gaan! Jullie zielen knoop ik
zoals een blauw lint tezamen, mijn blauw lint, de blauwe
gebedsoase."
Haar stralen gaan
over ieder van ons. Nu zweeft ze midden in de kerk boven ons.
"Kinderen, vrees
niet, vind jullie Moeder! Hoe dikwijls ben ik reeds naar jullie
gekomen! Keer om! Datgene wat de wereld jullie toont om te doen, is
niet zegenrijk. De wereld bestaat uit onrust en duisternis. Deze
rampen zullen niet tot jullie doordringen, wanneer jullie mij
toelaten, want ik bescherm jullie. De duisternis moet wijken wanneer
jullie mij roepen. Roep mij, ik ben bij jullie, ik ben jullie poort!
Ga door mij naar Jezus, mijn geliefde Zoon. Ik vraag jullie dus,
vorm kleine blauwe gebedsoasen, opdat jullie door mij gesterkt
worden naar lichaam en ziel. Ik zal in hen mijn zegen vergroten. Ik
zal jullie sterken in de Naam van mijn goddelijke Zoon. Bemin en
vergeef elkaar, zoals mijn Zoon Jezus het heeft gedaan. Jezus is
jullie heil. Hoezeer beminnen jullie de wereld, hoe weinig mijn Zoon.
Hoe bemint Hij jullie, zoals jullie zijn! Ga zoals jullie zijn tot
Hem. Hij zal jullie leiden, leiden naar het vaderhuis. Kinderen,
vrees niet! Het is toch de weg van de almachtige liefde, de liefde
zelf.
Wat ik jullie zou
willen zeggen: let niet op de gebeurtenissen die in de wereld moeten
gebeuren. Alles moet gereinigd worden, want de duisternis is in de
wereld en tracht de zielen in de afgrond te storten. Bid bij alles!
Zo dringt mijn gezang in jullie harten en begeleid jullie in iedere
nood. Ik blijf bij jullie. Wanneer jullie deze kerk verlaten, dragen
jullie mij in jullie harten.
Zeg aan die vrouw
die in nood is: ik heb haar roepen gehoord. Bid en vergeef! Lijdt u,
zo zoek een andere weg. Uw gezondheid mag u niet in gevaar brengen.
Vergeef door de biecht degenen die u kwaad gedaan hebben. Vergeef en
zoek een andere weg."
Maria zegent ons
en gaat langzaam in haar licht weg. De heilige engelen zijn nog
aanwezig. Nu zie ik Maria in het goud op een troon zitten, zwevend
midden in de lucht. Onder haar zie ik de H.Charbel, Zuster Faustina,
Miryam van Abbelin, Pater Pio, paus Pius XII en Robert Bellarmin.
Zij bidden en knielen voor haar. De engelen blijven bij ons. De
verschijning verdwijnt.
4 maart 2002
Ik zie links
naast het altaar een ovaal, helder licht. Ik krijg het zeer warm. De
Moeder Gods treedt naar voren uit de lichtstralen.
Ze is helemaal gekleed
in het wit. Ze draagt een witte sluier met goudboord, die reikt tot
op de grond, een wit gewaad met een gouden boord aan de hals.
Haar haar draagt ze naar achter
onder haar sluier. Haar handen houdt ze gevouwen tot gebed en ze
heeft in haar handen een rozenkrans.
Hij is rood! Het kruis
van de rozenkrans is van goud. De Moeder Gods staat op een wolk en
daar zie ik drie rozen: een witte, een gouden en een rode.
Ze zegent, glimlacht en spreekt: "Ik
groet en zegen jullie, mijn kinderen.
Ik ben Maria, de Moeder
Gods, Maria, de Smetteloze. Mijn Zoon zond mij naar jullie, mijn
goddelijke, geliefde Zoon Jezus Christus.
Mijn kinderen, met jullie gebed
drogen jullie mijn tranen. O, kinderen, bid! Bid niet alleen met
woorden, maar met jullie hart. Bid zo, opdat ik helemaal bij jullie
kan zijn. Zo wil de Vader in de hemel het, zo wil het mijn
goddelijke Zoon Jezus Christus. Jullie, mijn kinderen, word tot mijn
gebedsparels en laat niet na te bidden! Degenen die vandaag de weg
naar mij gevonden hebben, zullen de genaden van mijn Zoon Jezus
Christus als geschenk ontvangen."
Ze gaat nu naar
de mensen en zegent iedereen apart. Twee engelen met gouden schalen
treden nu naar voor en volgen haar. Voor twee mannen stopt ze en
spreekt: "Jullie komen niet uit voor jullie geloof. Ik wil jullie
sterken en zegenen met de kracht va mijn geliefde Zoon Jezus." Ze
zegent een kleine jongen en ademt over zijn voorhoofd. "Ik zeg aan
de moeder: ik heb uw smeken verhoord. Ga en bid, vind mijn Zoon
helemaal."
Nu gaat ze weer
naar haar oude plaats. Ze spreekt: "Lieve kinderen, ik ben jullie
poort. Deze maand is echter de maand van mijn geliefde Jozef. Jozef,
mijn bruidegom, mijn aardse echtgenoot, de pleegvader van mijn
goddelijke Zoon Jezus. Jozef is jullie beschermer. Hij zorgt voor
jullie. Vergeet zijn grote macht niet.
Vetrouw jullie
liefdevol toe aan hem. Dit is
de wens van mijn geliefde Zoon. De deugden van Jozef heeft de wereld
vergeten. Jullie, kinderen, vergeet ze niet. Moge Jozef ook jullie
metgezel zijn in het dagelijkse leven. Hij zal jullie helpen en
jullie terzijde staan. Bid, kinderen, bid voor de vrede in de wereld!
Bid!"
Nu zie ik hoe het
Hart van de Moeder Gods zich opent en hoe gekleurde stralen naar
alle mensen gaan. De mensen worden in een waaier van stralen
gedompeld. Nu zweeft de H.Maagd naar boven en staat op een aardbol.
Ik zie hoe oorlog de mensen verwart en een blauwe rozenkrans de
wereldbol omkranst. Een blauw licht omhult de wereld en laat de
mensen na veel gebeurtenissen de vrede vinden.
Ze spreekt: "In
mijn Zoon Jezus vinden jullie de vrede, die de wereld jullie niet
kan geven. Hij is
de liefde zelf. Kinderen,
leef volgens het evangelie, leef het reeds vandaag, niet pas morgen,
en laat jullie door mij naar mijn Zoon Jezus leiden. Er is maar één
weg naar mijn Zoon, de liefde en de barmhartigheid. Dat moet jullie
weg zijn, kinderen. Wie niet goedig en barmhartig is, die draagt de
liefde van mijn Zoon niet in zich. Daarom is het belangrijk,
kinderen, dat jullie vergeven en boete doen. Dat is de weg, geen
andere leidt naar mijn Zoon. Kinderen, ik roep jullie nogmaals op,
vorm kleine blauwe gebedsoasen. In hen zal ik mijn zegen uitbreiden,
die de zegen is van mijn geliefde Zoon Jezus. Ik ben helemaal in
mijn blauwe gebedsoasen aanwezig.
Ik heb een vraag
aan jullie, kinderen: zie, mijn werktuig, dat ik uitgekozen heb, is
zwak.
Daarom wens ik
dat ze niet met naam bekend is en ongehinderd blijft. Mijn zegen
ontvangen jullie van mij. Mijn werktuig ontvangt mijn genade en
geeft ze volgens de wil van mijn geliefde Zoon Jezus Christus
verder. Opdat ik verder mijn genaden aan mijn kleine bloem geven
kan, moet ze heel klein en onbeduidend blijven. Ze moet vrij zijn.
Vervullen jullie deze wens van mij? Bid voor haar, want ze kan voor
jullie ook niet méér doen dan bij mij en mijn Zoon bidden en smeken.
Mijn kleine bloem, ik bemin u en zegen u in de naam van mijn
geliefde Zoon Jezus Christus. Zeg aan de man die zijn huwelijk wil
redden: de liefde kan alleen in vrijheid groeien. Liefde en vrijheid
horen tezamen. Laat los en bid verder.
Lieve kinderen,
ik zegen jullie intenties. A.A., ik zie ook uw zorgen. Blijf trouw
aan mijn Zoon! Bid! Ik zal alles schikken."
Nu komt ze naar ons. "Ik zegen u, moeder
van vijf kinderen, die ik u schonk in de naam van mijn geliefde Zoon
Jezus. Ik sterk u. In mij vind u kracht. Kinderen zijn een geschenk
van de hemelse Vader. Zijn ze soms voor jullie inspannend, ga met
hen de weg van mijn Zoon Jezus. Laat ze niet alleen!
Lieve kinderen,
laat jullie zalven. Laat jullie ook zalven, wanneer ik hier niet
altijd zichtbaar ben voor jullie. Deze plaats heb ik gezegend. Moge
hij een oord van aanbidding worden. Kinderen, bid daar verder. Zal
ik ook niet altijd in deze kerk zichtbaar ben, deze plaats heb ik
gezegend en hier deel ik de genaden uit van mijn geliefde Zoon
Jezus. Dit is mijn wens: bid hier tot mijn Zoon Jezus! Hou u vast
aan de aanbidding. Ik zal altijd bij jullie zijn. Ik begeleid jullie
naar jullie thuis en bescherm jullie. Ik vraag jullie dagelijks om
gebed, kinderen, opdat ik in jullie harten kan zijn.
Mijn werktuig zal
een beeld laten maken, zoals ik naar jullie in Sievernich gekomen
ben en komen zal als Maria, de Smetteloze. Het zal jullie mijn zegen
geven. Het zal jullie van alle duisternis bevrijden, want ik zegen
mijn beelden. Kinderen, ik bemin jullie. Bid, bid voor Duitsland
opdat het niet zou verloren gaan."
De verschijning
verandert in licht. Nu zie ik voor het altaar knielen: de H.Charbel,
die bij ieder gebed buigt, Pius XII, de H.Josaphat, Zuster Faustina
en Myriam van Abbelin. De engelen zijn nog aanwezig.
15 april 2002
In de
altaarruimte zag ik een ovaal, helder licht. Tegelijkertijd kreeg ik
het zeer warm.
Ik zie de Moeder
Gods als de Smetteloze. Ze staat links naast het altaar. Ze staat op
een wolk en is blootsvoets. De wolk wordt door drie rozen in een
halve cirkel omringd: een witte, een gouden en een rode roos. De
Moeder Gods houdt haar handen gevouwen tot gebed. In haar handen
houdt ze een rozenkrans. De kralen van het Weesgegroet zijn blauw,
die van het Onze Vader zijn wit.
Ze spreekt en
zegent ons: "Ik groet en zegen jullie, lieve kinderen. In de naam
van mijn goddelijke Zoon kom ik naar jullie.
Ik ben Maria, de Moeder
Gods, Maria, de Smetteloze.
Ik ben naar jullie gekomen, mijn kinderen, om ieder van jullie te
zegenen. Kinderen, het is noodzakelijk dat ik kom naar ieder van
jullie. Ik kom naar jullie als jullie Moeder.
Ik ben verheugd
over jullie gebed. Jullie gebed troost mij. Ik bemin jullie, mijn
kinderen. Word
mijn gebedsparels! Ik roep
mijn geliefde priesters! Kom naar jullie Moeder! Sluit jullie
aaneen, volg mij. Sterk elkaar! Wees er voor mekaar! Samen voor mijn
Zoon Jezus Christus, tezamen met Hem en met mij, zijn hemelse
Moeder, worden jullie gesterkt."
Nu gaat de Moeder
Gods naar ieder apart. Twee heilige engelen in het wit gekleed,
volgen haar. Ik zie de Moeder Gods, hoe ze iedereen met een
doorschijnende zalf zegent. Ze blijft staan voor een vrouw met een
witte jas en kort haar.
Ze spreekt: "Ik
heb u geroepen. U moet trouw blijven aan mijn Zoon Jezus. Kom naar
mij, mijn kind!" Ze gaat verder naar een jonge vrouw, zegent haar en
ademt over haar voorhoofd. Ze gaat naar de mensen die voor de kerk
staan.
Ze spreekt: "Ik
schenk jullie mijn genade, zoals ik ze schenk aan de kinderen in de
kerk. Vrees dus niet! Ik ben bij jullie!"
Ze keert weer
naar haar oude plaats samen met de engelen. Nu zie ik hoe haar open
Hart straalt. Vanuit haar Hart gaan bonte stralen naar ons toe. Een
waaier van stralen dompelt ons allen onder.
"Lieve kinderen,
geef mij jullie zorgen en nood in het gebed. Bid, vraag en smeek uit
het hart, dan zal ik bij jullie zijn. Dit oord, deze kerk heb ik
gekozen, heb ik gezegend met de kracht van mijn goddelijke Zoon.
Daar zal ik altijd bij jullie zijn wanneer jullie mij roepen uit het
hart. Jullie, mijn kinderen, schenk ik mijn genade. De bron van
genade is mijn geliefde goddelijke Zoon. Ik zal jullie echter een
teken van mijn liefde schenken."
(Hier volgde een
persoonlijke mededeling)
"Lieve kinderen,
leef in vrede met elkaar. Laat niet toe dat Satan jullie bekoort en
een plaats inneemt in jullie families. Bid voor alle familieleden.
Wijd ze toe aan mijn Onbevlekt Hart. Kinderen, let niet op de
onvrede in de wereld. Bid voor de vrede. Bid en smeek voor hen die
machtig lijken, maar het niet zijn. Wijd ze toe aan mijn Onbevlekt
Hart, opdat ik tot hen kan spreken en ze mijn stem horen." Zeg aan
mijn lieve ziel, die van ver tot mij kwam: 'Ik bemin haar, want ik
ben bij haar. Haar liefde draagt ze naar mijn Zoon.
Bid ijverig met uw
hart.' Zeg aan uw begeleider van mij: 'blijf trouw aan mijn Zoon.
Hij zal u leiden. De stilte
is uw verdienste.'
Lieve kinderen,
ik ben gekomen naar jullie, om jullie vandaag mijn gezegend oord
voor te stellen. Hier ben ik immer wanneer jullie mij roepen met het
hart. Hier wens ik jullie gebed. De wereld geraakt in wanorde. Daar,
waar mijn geliefde Zoon niet is, daar waar ik niet ben, is deze
wanorde. Maar wie mijn Zoon Jezus Christus kent en wie mij kent, die
zal niet in deze verwarring vallen.
Kinderen, ook
wanneer jullie het voor onnodig achten, ik vernoem het altijd weer
opnieuw: met jullie zuiver gebed uit jullie hart tot mij, kunnen
jullie , kinderen, de wereld redden! Het hangt van jullie af, of ik
mijn genaden, die de genaden zijn van mijn goddelijke Zoon, uitdeel.
Luister naar mijn woorden: bid! Bid! Bid!
Ik begeleid
jullie naar huis. Beleef daar de liefde van mijn Zoon. Leef volgens
het evangelie en brand van liefde. Beleef de sacramenten, ze genezen
jullie. Neem mijn woorden ernstig. Leef in de sacramenten. Alles wat
ik jullie zei, mijn woorden zijn waar. Het zijn de woorden van mijn
geliefde Zoon Jezus Christus en de woorden van de hemelse Vader.
Jullie, kinderen, bescherm ik. Vandaag plaats ik allen die de weg
naar mij gevonden hebben onder mijn beschermende mantel."
Nu zweeft de
Moeder Gods naar boven, wordt groot en opent haar mantel. Vanuit
deze mantel straalt een helder, warm licht. Deze mantel omhult ons
allen, ook de mensen die voor de kerk staan.
"Kinderen, ik wens van jullie in de
maand mei een bijzonder gebed voor de vrede in de wereld. Wijd
jullie oorden toe aan mijn Onbevlekt Hart. Dat is mijn wens. Mijn
genade, die de genade van mijn Zoon is, schenk ik jullie. Luister
naar mijn wens, alstublieft, hoor mijn wens! Weldra zal ik samen met
mijn Zoon tot jullie spreken. Mijn Zoon Jezus bemint jullie zozeer.
Hij zond mij naar jullie opdat jullie niet in verwarring komen en
verloren gaan, opdat jullie zijn weg zien en hem ondanks alle
tegenstanden kunt gaan. Met mij kunnen jullie dat doen. Met mij is
jullie weg licht. Ik geef mijn woord aan jullie.
Mijn priesters,
jullie zijn allen zo tot mij geroepen! Kom naar mij! Jullie, diakens,
arbeiders in de wijnberg, jullie zijn door mij geroepen. Laat jullie
niet in dwaling brengen. Leef volgens het evangelie. Hou vast aan de
waarheid, die mijn Zoon Jezus is. Wat ziek is, zal vergaan. Ik zal
echter de komst van mijn Zoon voorbereiden.
Dit is zijn wil.
Dit is de wil van de hemelse Vader.
Zie, mijn kind,
mijn kroon. Mijn geliefde Zoon Jezus schonk ze mij. Mijn kroon heb
ik van Hem ten geschenke gekregen. Ze is zijn teken. Zo mogen ook
jullie, kinderen, hopen op de liefde van mijn Zoon. Bemin Hem uit
heel jullie hart. Bemin Hem in jullie eenvoud. De liefde is het, die
jullie de poorten van de hemel opent. Mijn kinderen, blijf mijn Zoon
trouw. Wees barmhartig met hen die jullie om Hem verloochenen. Ik
bemin jullie."
Voor de H.Mis,
zie ik tijdens de rozenkrans, knielend voor het altaar Zuster
Faustina, de H.Charbel, Robert Belarmin, paus Pius XII en Myriam van
Abbelin. Ze buigen bij ieder Wees gegroet.
13 mei 2002
Tijdens het
rozenkransgebed kreeg ik het zeer warm. Ik zie een helder, ovaal
licht links naast het altaar. Uit dit licht treedt de Moeder Gods
naar voor. Ik zie de Moeder Gods als de Smetteloze met een gouden
kroon op haar hoofd. In haar armen draagt ze Jezus, die als Kind
naar ons komt. Jezus draagt een wit gewaad, zoals zijn Moeder. Zijn
hoofd straalt en het haar lijkt van goud. De Moeder Gods staat met
haar Kind blootsvoets op een wolk. Aan haar voeten vormen drie rozen
een halve cirkel. Nu komt ze met haar Zoon Jezus dichter bij mij.
Het Kindje Jezus houdt in de linker hand een aardbol met een gouden
kruis en in de rechter hand een gouden scepter. De scepter straalt
van goud.
De Moeder Gods
spreekt: "Ik groet en zegen jullie, mijn kinderen. Ik ben Maria, de
Moeder Gods, Maria, de Smetteloze. Vandaag kom ik met mijn geliefde
goddelijke Zoon Jezus naar jullie. Beleef zijn liefde, beleef zijn
genade! Zie, dit is mijn geliefde goddelijke Zoon!"
Ze tilt Jezus
omhoog en er gaan veel lichtstralen van Hem uit naar de mensen.
"Vandaag zou ik
jullie willen oproepen: bid, brand van liefde voor Hem! Hij is de
alfa en de omega. Hij is jullie begin en einde. Mijn geliefde Zoon
spreekt tot jullie."
Wanneer Jezus
spreekt gaat er van Hem een groot glanzend licht uit: "Lieve
kinderen, Ik zegen jullie in de Vader. Ik kom naar jullie als
barmhartige Heiland. Ik kom naar jullie als Kind van de hemelse
Vader. Een koning in alle eenvoud. Ik ben de Koning van de liefde.
Worden ook jullie kinderen van de hemelse Vader. Let niet op de
influisteringen van de wereld. Wees eenvoudig van hart en bemin Mij
en de Vader in de hemel. Geef Hem al jullie liefde. Vertrouw op
jullie hemelse Vader en Mij, zijn Zoon Jezus Christus. Vandaag kom
ik naar jullie om jullie mijn genaden te schenken. Ik heb al jullie
intenties, zorgen en nood gehoord. Bid en blijf Mij trouw. Ik ben
jullie hulp, Ik ben jullie Heiland. Veel zorgen drukken op jullie en
belasten jullie, roep op Mij en neem jullie kruis op. Roep nog meer
naar Mij. Ik ben jullie Heiland. Jullie redding is het te worden
zoals een kind; een kind van de hemelse Vader. Dat is reeds het
alles, het enige."
Toen ik nu keek in
de ogen van het Kind, zie ik heel de levensweg van Jezus op de
wereld. Daarna zie ik een stukje van de hemel. Ik zie Jezus
verheerlijkt op zijn troon.
Hij spreekt: "Mijn
kleinen, bemin elkaar. Het is de liefde die jullie tot Mij leidt. De
kleinste onder jullie zal binnengaan in de hemel. Er zijn geen
hindernissen, die hem deze weg zullen versperren. Daarom, tracht
niet om groot te zijn in deze wereld, tracht ernaar om klein te zijn
en Mij helemaal toe te behoren. Blijf helemaal in Mij!"
Nu zie ik hoe de
Moeder Gods haar goddelijk Kind naar de mensen draagt. Jezus zegent
apart de mensen. De Moeder Gods gaat met het Kindje Jezus naar de
altaarruimte en daarna in de sacristie. Twee engelen in het wit
gekleed volgen hun. Ze verlaten na een tijdje de kerk en gaan naar
buiten om ook daar de mensen de zegen te brengen. Ze blijven buiten
voor een jonge vrouw staan met schouderlang donker haar.
Jezus zegent deze
vrouw en kust haar op het voorhoofd. De hemelse Moeder gaat nu met
Hem naar alle mensen die buiten wachten. Dan komen ze weer de kerk
binnen en blijven op hun weg staan bij een vrouw die een bril
draagt, grijs lang haar heeft en een zwarte jas draagt. Die vrouw
knielt links in het kerkschip. De Moeder Gods gaat nu verder naar
een kloosterlinge met bril, die slechts iets verder staat. Jezus
zegt tot haar een woord. Ik kan het jammer genoeg niet verstaan
omdat het een Hebreeuws woord is. De Moeder Gods keert terug met het
Kindje Jezus naar de altaarruimte.
Jezus spreekt: "Jullie
kleinen, acht ook de kleinen en de zwakken. Ik zal zelf voor hen de
poort van de hemel openen. Jullie hoogmoedigen, jullie verneder Ik
wanneer Ik tot jullie spreek als Kind. Jullie aanvaarden dit niet,
maar Ik kan als Koning of als Kind naar jullie komen. Alles is in
Mij, alles is in de Vader van wie Ik uit naar jullie kom. Ik ben één
met Hem. Hoe kunnen jullie Mij begrijpen wanneer jullie niet zelf
zoals kinderen worden!
Dit is Mijn oproep
ook aan jullie priesters en religieuzen: word heel klein, brand van
liefde, opdat Ik bij jullie zijn kan, opdat Ik in de Vader jullie de
kroon van het leven kan schenken. Amen."
De Moeder Gods
glimlacht: "Dit zijn de woorden van mijn geliefde Zoon aan jullie!"
De beide harten
van Jezus en Maria stralen. Ze dompelen ons allen onder.
Maria spreekt:
"Hebben jullie de woorden van mijn Zoon Jezus verstaan? Druk ze in
jullie hart. Wie van jullie is klein omwille van Jezus? Ik help
jullie wanneer jullie het proberen. Wanneer jullie willen klein
zijn, gaan jullie de weg van het heil. Deze weg leidt naar mijn
Zoon. Acht de wereld niet, sla geen acht op roem of eer. Richt
jullie blik op mijn geliefde Zoon Jezus Christus."
Wij worden allen
ondergedompeld in een roodachtig licht.
Deze plaats, deze
kerk, mijn kinderen, heb ik gezegend met de kracht van mijn geliefde
Zoon Jezus. Hij schenkt jullie verder in deze Kerk zijn genaden. Ik
zal terug komen op dit oord. In oktober zal ik naar jullie komen in
deze kerk. Tot dan zal ik jullie onzichtbaar begeleiden op dit
genadeoord. De genaden die mijn Zoon Jezus jullie schenkt in deze
kerk door mijn voorspraak, zullen tonen dat ik deze kerk gezegend
heb, dat ik hier ben verschenen. De werken van mijn Zoon zijn niet
ten einde. Bid, smeek uit ganser harte. Wanneer jullie mij ook niet
zien, ik ben bij jullie! Vandaag zou ik alle aanwezigen willen
sterken, bijzonder mijn geliefde priesterzonen! Ik sterk jullie!"
Tot een Indische
priester spreekt ze: "Mijn zoon, veel hebt u moeten lijden. Ik ben
met u. Offer alles op aan mijn Zoon!
U, kleine
gebedsparel, wees zonder angst! Ik ben het, de Koningin van de Hemel,
de Moeder van de Verlosser, de Smetteloze, die naar u komt. U ziet
mij en ik spreek tot u. U ziet, welke genaden ik Duitsland betoon.
Ik wil Duitsland redden en de mensen die tot mij smeken. Kom naar
mij, jullie, die van liefde branden. Jullie zieken en vertwijfelden,
ik ben jullie hulp en sterkte. Mijn Zoon is jullie heil!
Mijn kinderen,
jullie gebeden zijn een troost voor mij. Kom naar mij, ik laat
jullie niet alleen. Ik ben bij jullie. Zo wil het mijn goddelijke
Zoon, zo wil het de hemelse Vader. Stralen ook jullie mijn
tegenwoordigheid uit. Wees barmhartig en goed. Leef volgens het
evangelie. Sterk en heil jullie in de sacramenten die de Kerk jullie
schenkt, die jullie van mijn Zoon Jezus als geschenk gekregen hebben.
Blijf trouw aan mijn Zoon. Wees standvastig in het dagelijks leven.
Het is het dagelijks leven dat de zielen kwelt. Met mij kunnen
jullie, mijn kinderen, alles aan wanneer jullie je helemaal geven
aan mijn Zoon Jezus. Ik bemin jullie. Ik zegen jullie. Overweeg al
mijn woorden. Lees dagelijks de woorden van mijn geliefde Zoon,
opdat jullie in Hem blijven. Bid, bid, bid! Ik zal jullie en dit
land, mijn land, beschermen. Amen."
Tijdens de
rozenkrans knielen voor het altaar Myriam van Abbelin, Zuster
Faustina, de H.Josaphat, de H.Charbel en paus Pius XII
7 oktober 2002
Ik ontvang de
Moeder Gods op een bepaalde plek in Sievernich. Ze heeft mij
gevraagd om naar daar te komen. Ik zie drie bliksems aan de hemel en
dan zweeft ze als de Smetteloze naar beneden, naar mij. Ze treedt
uit een helder ovaal licht. Ze staat heel dicht bij mij. Ik ben
zoals geëlektriseerd.
Ze spreekt: "Ik
groet u, mijn kleine gebedsparel. Ik ben Maria, de Smetteloze,
Maria, de Moeder Gods. Mijn kleine gebedsparel, hier geef ik je de
sleutels van mijn geliefde Zoon Jezus Christus. Zwijg hierover,
zwijg! Deze sleutels dienen u als wapen tegen de duisternis. U weet
nu wat er gebeurt.
Nu ga ik naar mijn
kinderen om al degenen te zegenen die naar mij zijn gekomen. Ook u,
kleine parel, zegen ik in de Naam van de Vader, de Zoon en de
H.Geest. Mijn priesters, mijn priesters, ik roep jullie om naar mij
te komen. Ik ben jullie Moeder. Verlaat mijn Zoon Jezus niet! Hij is
mijn goddelijke, veelgeliefde Zoon. Hij is jullie Koning, een Koning
in alle eenvoud. Ik zegen uw goede helpers. Vandaag ga ik naar een
vrouw wiens zoon zeer ziek is. Beiden zijn vandaag naar mij gekomen.
De zegen van mijn geliefde Zoon zij met u, zoals ik met u ben. Ga nu
naar de kerk!"
De Moeder Gods
gaat mij vooraf. Ik volg haar. Ze gaat naar de mensen die buiten
wachten en zegent hen. Ze toont mij de weg naar de sacristie. In de
kerk zie ik hoe de Smetteloze uit het kerkschip wegzweeft. Van
daaruit worden alle mensen door haar gezegend. Ze gaat naar de
altaarruimte en wordt begeleid door twee engelen die iets achter
haar gaan.
Ze spreekt: "Mijn
kind, u hebt nu mijn sleutels ontvangen. Maak u geen zorgen. Alles
moet zo geschieden. Ik ben de Koningin van de hemel, Maria, de
Smetteloze.
Lieve kinderen, ik
roep jullie naar Sievernich. Bid, kom naar mijn kerk, die de kerk
van mijn geliefde goddelijke Zoon is. Ik schenk jullie in deze kerk
de genaden van mijn geliefde goddelijke Zoon. Ik ben vandaag naar
jullie gekomen om jullie wonden te genezen. Bid, kinderen, bid!
Wanneer jullie bidden met het hart, dan zal mijn Zoon veel genaden
schenken. Ik schenk vandaag door mijn goddelijke Zoon aan een vrouw
de vrede van de ziel. Datgene wat haar belast, is niet meer." Nu
gaat ze naar de kinderen links van het altaar en zoals een licht
vloeit dit van de Moeder Gods over naar de kinderen. Ze zweeft iets
omhoog en opent haar mantel.
Ze spreekt: "Mijn
kinderen, kom onder mijn mantel. Ik wil jullie beschermen. Ik ben
jullie Moeder." Alle mensen, binnen zowel als buiten, worden door
haar mantel omhuld. Tegelijkertijd dompelt ze alle mensen onder in
een wonderbaar licht. Er komen stralen uit haar open Hart en een
waaier van stralen gaat naar iedereen. Haar kroon straalt nu
buitengewoon en ik zie twaalf sterren rond haar hoofd die een cirkel
vormen.
"Alles wat ik
jullie zeg, gebeurt. De wereld zal mijn Zoon niet beminnen. De
wereldlijke mens denkt niet aan de grote macht van mijn goddelijke
Zoon. De wereldlijke mens leeft zo, alsof de Vader in de hemel niet
bestaat. Nog een tijdje en dan zullen jullie zien dat de
gebeurtenissen die ik in Fatima voorspeld heb verwezenlijkt worden.
Nog enige tijd en de eerste sleutel, die ik u gaf, zal in vervulling
gaan. Geef alleen aan uw heilige Vader in Rome, mijn geliefde herder,
de sleutels. Alstublieft, zwijg, men zal geen geloof hechten aan u,
maar alles zal zich echter vervullen.
Ik bemin mijn
kinderen en laat ze niet verloren gaan. Ik ben naar jullie gekomen
omwille van jullie heil. Zo is de wil van mijn geliefde goddelijke
Zoon Jezus.
Aan deze priester
zeg ik: "Vat moed. Ik zal u alles schenken. Ik ben bij u. Mijn Zoon
werkt en ik werk met Hem. Kinderen, leef volgens het evangelie. Ook
wanneer jullie mij niet altijd zien en mijn woord niet horen, ik zie
en hoor wat jullie doen. Vervul mijn wens en bid. Ik ben jullie
Moeder en verlaat jullie niet. Ik heb jullie allen gezegend. Zo wil
het mijn goddelijke Zoon Jezus. Ik schenk jullie mijn genade. Genade
voor de zoon en zijn moeder. Genade voor deze mannen, vrouwen en
kinderen. Ik bemin de kinderen die tot mij komen want ik ben hun
hemelse Moeder. Mijn oproep geldt ook voor mijn priesters. Acht mijn
kleinen, acht ze!"
De Moeder Gods
houdt de kerk in haar handen. "Dit oord heb ik uitgekozen." Voor een
priester: "Zwijg en bid. Ik heb u mijn weg getoond."
"Ik schenk jullie
mijn teken, wanneer mijn Zoon het wil. Alles zal in vervulling gaan."
Nu zweeft ze naar
ons in de sacristie. Ze zegent ons allen.
"Ik doe een oproep!
Mijn kinderen, ik roep jullie op tot gebed, offer en boete. De
wereldlijke mensen zullen mijn oproep niet verstaan. Mijn werken in
deze kerk, zo wil mijn Zoon het, zal hen tonen, dat de Vader in de
hemel wil, dat alles wat ik jullie zeg, Zijn plan is en dat ik naar
jullie kom voor deze reusachtige verandering plaats vindt."
Ik zie hoe ze op
de aardbol staat en hoe deze geschokt wordt. Er volgen stormen,
regen en heel de natuur geraakt uit zijn voegen.
"Ga naar mijn Zoon,
geloof aan mijn geliefde goddelijke Zoon. Mijn priesters zullen de
wereld redden! Hoor mijn woorden: mijn priesters en de mijnen zullen
de wereld en de mensen redden! Vat moed! Ik ben bij jullie, ook
wanneer jullie mij niet zien. Keer om, kinderen, keer om. Met mij
zullen jullie alles verdragen. Zonder mij zullen jullie klagen."
De Moeder Gods
schittert gelijk de zon. "Mijn kind, ik ben uw troost. Ik bemin u.
Kom naar mij, ik ben uw Moeder. Kinderen, ik ben op deze plaats. Kom
naar mij!
U, mijn kleine
gebedsparel wordt beproefd. Alles geschiedt zo, zoals mijn Zoon het
wilt. Het is voor u voldoende dat ik bij u ben." Er verschijnt nu
een gouden, groot, smal kruis met stralen. "Mijn kinderen, ik droog
jullie tranen. Blijf trouw aan de katholieke Kerk. Wat er ook
gebeurt, hoe ze ook beproefd zal worden, blijf haar trouw. Dit is de
weg van de waarheid. Oordeel niet over haar. Mijn goddelijke Zoon
zegt: "Zie, Ik maak alles nieuw!"
Mijn zegen schenk
ik u. Ik verheug mij, dat jullie tot mij zijn gekomen. De mensen die
van harte bidden, zijn voor mij een pure vreugde. Ik bemin ze! Ze
zijn mijn troost en drogen mijn tranen."
De Moeder Gods
zweeft naar boven en verdwijnt in het licht. De engelen zijn nog
aanwezig. Nu zie ik biddend en knielend voor het altaar: Pater Pio,
de H.Charbel, Myriam van Abbelin, paus Pius XII, Robert Bellarmin,
Zuster Faustina en de H.Josaphat.
|