Boodschappen:  2000    2001    2002     2003     2004     2005

Download Boodschappen

Boodschappen 2001

8 januari 2001

Op maandag 8 januari was het voor de zesde keer dat de gebedsgroep 'blauwe oase' samenkwam in de kerk van Sievernich. Eerst werd het mij zeer warm, dan zag ik plotseling de Moeder Gods. De Moeder Gods zweefde iets in de lucht (gezien van bij mij) links van het altaar. Ze was gekleed in het wit (wit gewaad en witte lange sluier). Ze droeg het haar los, maar aan de zijkanten van de sluier was er nog wat haar zichtbaar.

Het haar lichtte goud op. De H.Maagd glimlachte en haar gezicht straalde. Ze sprak:

"Mijn kinderen, ik zegen en groet jullie. Hoe verheugd ben ik over jullie komst en over jullie gebed in mijn 'blauwe oase'. Ik schenk ieder van jullie mijn genade; mijn genade is niet beperkt tot één persoon. Open jullie hart voor mij, laat mij binnen in jullie hart.

Ik open de poorten voor mijn geliefde goddelijke Zoon. Hij zou graag dichter bij jullie willen zijn, niet alleen als gast bij jullie, mijn kinderen, Hij zou graag één zijn met jullie. Lieve kinderen, het is mogelijk wanneer ik jullie leid. Schrik niet, heb geen angst want ik ben het die bij jullie ben, die jullie kinderen aan de hand neem en naar Hem leid.

Lieve kinderen, jullie worden dikwijls bekoord, er zijn blijkbaar hindernissen die jullie van het gebed willen afhouden. Roep mij dan aan want ik zal de kop van de slang verpletteren. Denk eraan, wanneer jullie bekoord worden, roep mij aan! Ik zal voor bidden bij mijn Zoon Jezus Christus en Hij zal mijn smeekgebed niet weigeren om jullie te mogen bevrijden uit deze duisternis.

Lieve kinderen, wees sterk in de 'blauwe oase', want ik ben zelf aanwezig in haar en mijn geliefde Zoon. Jullie goede geestelijke leider zal jullie naar mijn goddelijke Zoon Jezus leiden. Hij bezit mijn genade en in hem is de genade van mijn goddelijke Zoon Jezus Christus. Hij toont jullie de weg; betreed hem, aarzel niet! Zijn werken op aarde, mijn goddelijke Zoon, de Moeder en de blauwe oase zijn één, een waarheid in de Vader. Bid, word niet moe, bid! Zo zal ik mijn genaden over jullie uitgieten. Er zal iemand ziende worden. Vandaag open ik deze ziel voor mij en voor mijn Zoon Jezus. Zo is het de wil van de Vader. (Er volgde een persoonlijke mededeling)

Nu toonde de Moeder Gods mij de wereldbol. Ze hield de bol in beide handen en keek ernaar (hierbij zweefde ze nog steeds). Ze zweefde, de aardbol in haar handen houdend, naar beneden, ging voorbij langs onze kerkbanken in de middengang en dan ging ze dezelfde weg terug naar het altaar. Nu waren er op de aardbol drie rozen te zien. Een gele roos lag op Argentinië, een witte roos over Italië en een rode roos over Duitsland. Deze rozen werden zeer groot. De Moeder Gods sprak: "Verbind jullie, mijn goddelijke Zoon weze jullie band, ik toon jullie de weg."

Nu zag ik een zilveren rozenkrans en daarin de wereldbol.

Ze sprak: "De zielen gevestigd in mijn rozenkrans, dat is mijn innigste wens."

Voor de Moeder Gods knielden Robert Bellarmin, Pater Pio en een kloosterlinge, die ik jammer genoeg niet kon herkennen. De Moeder Gods vouwde haar handen en bad. Toen zei ze: "Zo wil ik mijn Kerk leiden en sterken. Ik leid ze naar mijn Zoon, zoals de Vader wilt. Zijn wil geschiede! Ik bemin jullie, mijn kinderen." Ze zweefde langzaam terug, werd kleiner en verdween. De andere drie personen knielden en baden verder.

Aansluitend tijdens de H.Mis zag ik een overleden paus in de altaarruimte. Hij droeg een lange, brede mantel. Hij was zeer groot en op zijn muts was een kruis te zien. In zijn handen droeg hij een gouden boek. Hij zei: Ik help jullie."

 

5 februari 2001

Op maandag 5 februari, was het de zevende keer dat de gebedsgroep 'blauwe oase' samenkwam in de kerk van Sievernich. Ik kreeg het zeer warm. Plotseling zag ik de Moeder Gods in de kerk (gezien van bij mij) links staan naast het altaar. Op haar hoofd droeg ze een grote gouden kroon en daaronder een witte sluier. Ze was gekleed in een rode mantel en een wit gewaad. Haar haren waren aan de zijkanten iets te zien. Ze had lang donkerbruin gegolfd haar. De armen hield ze uitgestrekt. Achter haar straalde een ovaal, helder geel licht.

Ze sprak: "Ik groet en zegen jullie, mijn kinderen. Ik ben Maria, de Smetteloze, Maria, de Moeder Gods. Ik verheug mij over jullie komst en vooral over jullie gebed. Zie, kinderen, jullie spreken met de Vader, met de Zoon en met mij, de Moeder. Hoezeer bemint mijn goddelijke Zoon Jezus Christus jullie. Ik wil jullie helemaal naar Hem leiden. Lieve kinderen, Hij is jullie weg, Hij is jullie doel. Vrees de wereld niet, vrees de duisternis niet want ik leid jullie. Ik leid jullie in de Naam van de Vader. Ik leid jullie in de Naam van mijn Zoon. Ik ben bij jullie in de 'blauwe oase' en ik ben bij jullie wanneer jullie thuis zijn. Waar jullie ook zijn, wanneer jullie het willen en mij aanroepen, dan zal ik bij jullie zijn. Dit is volgens de wil van de Vader en de wil van mijn geliefde goddelijke Zoon.

Alle tegenslagen die jullie dragen, schenk ze aan mijn Zoon. Verander alle tegenspoed in gebed. Offer deze op aan mijn goddelijke Zoon. Lieve kinderen, de slang kan de Koningin niet bevelen, de Koningin mag echter met de volmacht van de Zoon de slang de kop verpletteren. Ik zou jullie willen leiden naar de Zoon, naar de Vader. Vrees niet. Vertrouw mij. Ik neem jullie bij de hand. Wees zoals een kind en strek jullie handen uit naar mij. Vertrouw mijn goddelijke Zoon. Zeg meermaals per dag: O, mijn Jezus, ik vertrouw U! Wanneer ik jullie leid, zullen jullie niet dwalen. Zie hoeveel dwalingen zijn er in het wereldse! Zo zendt de Zoon de H.Geest, Zijn Geest en de Moeder naar de mensen, opdat de dwaling niet valt op vruchtbare akkergrond, opdat Zijn ware Kerk niet uitdooft. Ze zal worden tot een kleine plant die echter goed groeit en gedijt en waarvan de vruchten rijkelijk zullen zijn."

(Er volgt een persoonlijke mededeling)

"Mijn genaden verdeel ik aan jullie."

Nu gaat de Moeder Gods naar ieder van ons en legt haar handen op onze hoofden.

Ze gaat naar iedereen en legt de hand op.

"Lieve kinderen, mijn genaden gaan ook naar hen waarvoor jullie bidden. Zie, ze moeten enkel nog de weg naar mij vinden."

(Er volgt een persoonlijke mededeling.)

"Bid, mijn kinderen, bid voor de Kerk. Bid voor de herders. Bid voor Duitsland."

Nu zag ik hoe haar rozenkrans begon rood te worden. Hij was uit rode, lichtende rozen.

Maria weende, ze toonde mij een geschrift. Ik kon echter niet herkennen wat het was.

"Mijn Zoon zegt mij: Moeder ween niet. De Kerk, waarin Ik helemaal aanwezig ben, zal zich reinigen. Dit zal dan niet meer bestaan. (Ze wees op het geschrift met verschillende bladzijden)

"Lieve kinderen, blijf mijn Zoon trouw en bid. Ik verlaat jullie niet. Ik bemin jullie, mijn goddelijke Zoon bemint jullie. Blijf Hem trouw!"

Nu vouwde de Moeder Gods haar handen tot gebed en bezag toen ieder van ons indringend. Daarna zegende ze ons. De verschijning werd toen zeer licht, kleiner en verdween.

Nu zag ik eerst dat Zuster Faustina vooraan links van mij in de eerste kerkbank zat en innig de rozenkrans bad. Robert Bellarmin knielde rechts voor het altaar en bad ook de rozenkrans. Zijn rozenkrans was van hout en voorzien met een groot houten kruis. Boven het altaar was zoiets te zien als een regenboog. Daarop stond in gouden letters: 'I O S'.

 

5 maart 2001

Op maandag 5 maart 2001 kwam de gebedsgroep 'blauwe oase' voor de achtste keer samen in de parochiekerk van Sievernich. Ik voelde een grote warmte. Toen zag ik hoe de Moeder Gods op een gouden straal naar ons, naar beneden zweefde. Ze stond (van mij uit gezien) links naast het altaar. De H.Maagd droeg een lichtblauwe mantel en daaronder een wit kleed. De mantel was aan de zoom versierd met een gouden boord. In haar handen hield ze een gouden rozenkrans. Haar handen waren gevouwen tot gebed. Nu keek ze naar ons. Ze stond op een wolk en op haar linker voet lag een gouden roos.

Ze sprak: "Ik groet en zegen jullie, mijn kinderen. Ik ben Maria, de Smetteloze, Maria, de Moeder Gods. Mijn goddelijke Zoon Jezus Christus zendt mij naar jullie, lieve kinderen. Hij bemint jullie zeer. Ik ben helemaal in overeenstemming met de Goddelijke Wil. Hij is jullie heil. Vertrouw jullie toe aan Hem. Hoe graag zou ik jullie Moeder zijn! Kom naar mij, mijn kinderen, ik zal jullie tranen drogen en jullie leiden naar mijn lieve Zoon."

Ze ging nu naar ieder van ons en gaf een kruisje op het voorhoofd. Achter haar gingen twee engelen gekleed in het wit en hielden in hun handen gouden schalen. Ze keerde weer naar het altaar en stond (gezien van bij mij) links voor het altaar.

Ze sprak: "Lieve kinderen, jullie is een aardse tijd gegeven van vasten en boete. Gebruik deze tijd, vind mijn Zoon. Graag wens ik jullie te helpen. Ik wil jullie poort zijn, de deur, waardoor jullie bij mijn goddelijke Zoon geraken. Ik ben de poort, mijn goddelijke Zoon is jullie weg! Zie, ik gaf jullie een aanwijzing, zo is de wil van mijn goddelijke Zoon, dat jullie de werken van de H.Geest, de werken van het heil, aannemen. Bid de gebeden van mijn Zoon en die door mijn Zoon aan jullie geschonken werden."

(Er volgde een persoonlijke mededeling).

"Het is nu de aardse tijd om jullie te verzamelen voor het heilsgebed. Ik zal zelf jullie bijstaan en met jullie bidden. De Kerk is in nood. Daarom werk ik en ben gans bij jullie. De aarde, de wereld is geworden tot een geloofswoestijn. Ik wil deze aarde vruchtbaar maken voor mijn Zoon. Ik beplant de aarde en daaruit ontstaan overal gebedsoasen.

Kinderen, word niet moedeloos! Betracht in deze aardse tijd het werken van mijn goddelijke Zoon op de aarde. Jullie worden niet alleen gelaten. De Tegenstander zaait twijfel in jullie harten en wil jullie van de weg, die Jezus zelf is, wegleiden. Laat jullie niet misleiden, mijn kinderen. Hij is het, die jullie moedeloos wil maken, die jullie traagheid en lauwheid in jullie harten laat dringen. Ik zal dit echter met de volmacht van mijn goddelijke Zoon Jezus Christus niet toelaten. Ik ben bij jullie. Ik leid jullie en mijn Kerk, de Kerk van mijn Zoon Jezus, die jullie innig bemint. Hij zorgt zoals een vader voor jullie, wanneer jullie het toelaten. Laat jullie door Hem en mij leiden, zo komen jullie tot het heil. Ik zal niet toelaten dat de duisternis volledig in de Kerk dringt. Wat ziek is, zal vergaan. Maar zie, lieve kinderen, hoezeer zorgt mijn Zoon voor jullie. Hij schenkt jullie Zijn Moeder, die Zijn komst voorbereidt. Ik plant, plant mijn oasen van de hemel en van de liefde. Ze moeten de trouwen sterken. Ze moeten de Kerk sterken. Ik maak jullie sterk, sterk in de geest. Vertrouw mij en mijn goddelijke Zoon. Ik kan altijd maar opnieuw zeggen: wees zoals kinderen en laat jullie leiden, leiden door mij en mijn goddelijke Zoon. Wat de wereld jullie geeft, is niet dat wat de Vader jullie schenkt. De weg van mijn Zoon is ongemakkelijk, de wereldlijke weg is gemakkelijk en breed. Ik help jullie en met mijn hulp zullen jullie ook deze weg, de ongemakkelijke, getroost kunnen gaan.

Ik ben jullie Moeder, ik bemin jullie mijn kinderen!

Lieve kinderen, wanneer jullie bekoord worden, vooral in deze aardse tijd, zo laat het gebed niet na. Ik ben bij jullie. Ik kan het jullie niet dikwijls genoeg zeggen. Roep mij, kinderen, wanneer jullie hulp nodig hebben! Ik ben er voor jullie, kinderen!"

De wolk waarop de Moeder Gods stond, is nu een aardbol geworden. De laars van Italië kwam nader. Ik zag de stad Rome en het Vaticaan. Toen zag ik een vergaderruimte waar veel kardinalen zaten die discussieerden. Het ging in de discussie over het in eenheid brengen van de misviering zonder eucharistie. Er zou alleen nog maar brood gebroken worden, samen met de gemeente omdat velen niet in de eucharistie geloven.

De Moeder Gods sprak: "Het gaat vast naar het einde toe van de Kerk, zo geloven de trouwen. De goddelozen zien daarin een opening van de Kerk voor de leken. Ik zal hen echter tegenwerken. Het zal hun niet lukken de Kerk, het Lichaam van Christus, te vernietigen."

De aardbol draaide en werd een grote zon. Ze zweefde middenin de altaarruimte van de kerk. In de zon waren de letters 'J H S' te lezen. De Moeder Gods zegende ons. Haar verschijning werd licht en ze verdween. Nu zag ik Zuster Faustina in de eerste kerkbank de rozenkrans bidden. Naast haar zat Myriam van Abbelin, Robert Bellarmin knielde voor het altaar en bad eveneens de rozenkrans. Plotseling werd ik een bloemengeur gewaar.

 

2 april 2001

Op maandag 2 april kwam de 'Blauwe gebedsoase' voor de negende keer samen in de parochiekerk van Sievernich. We baden de tranenrozenkrans. Ik kreeg het daarbij heel warm. Links gezien van bij mij verscheen een ovaal, helder licht. Nu verscheen de Moeder Gods. Haar mantel was lichtblauw, gewaad en sluier stralend wit. Haar haren waren volledig bedekt. De Moeder Gods glimlachte zacht. Ik zag nu dat ze op een wolk stond en gouden sandalen droeg. Ze zweefde met de wolk ongeveer 20 cm over de grond. In haar handen hield ze een medaille die aan het einde van de rozenkrans was vastgemaakt en het smartelijk Aanschijn van Jezus toonde. De medaille werd omgeven door een gouden stralenkrans die naar ons gericht was. Deze stralen gingen naar ieder van ons. Nu zag ik twee wit geklede engelen die knielden voor de Moeder Gods.

Ze hadden lichtblond schouderlang haar. De engelen waren aan het bidden. Maria sprak even tot hen, toen kwam haar gezicht heel dicht bij mij.

Ze zei: "Lieve kinderen, ik groet en zegen jullie in de naam van mijn goddelijke Zoon Jezus Christus. In Zijn naam kom ik tot jullie. Ik ben Maria, de Smetteloze, Maria, de Moeder Gods. Mijn kinderen, ik ben verheugd over jullie gebed. Bij jullie in jullie harten wil ik helemaal aanwezig zijn. Mijn geliefde Zoon, jullie Heiland Jezus Christus, draag naar jullie. Welk een smart heb ik op aarde ervaren omdat ik mijn Zoon gaf als een offerlam. Ik offerde Hem aan de hemelse Vader. Hoe zwaar was deze stap voor mij, alhoewel ik wist, ja het was zeker, mijn goddelijke Zoon zou opstaan in de Vader. Ook ik heb uren doorstaan vol van nood en zorgen. Ik was zo terneergeslagen. Maar bezie het smartelijk Aanschijn van mijn Zoon, beschouw het, het heelt jullie zoals het jullie bevrijd heeft een lange aardse tijd geleden en zo bevrijdt het jullie ook heden van jullie nood. Beschouw het intensief in deze aardse dagen. Vergeet echter niet de vreugde van de opstanding, die jullie heil is! Daar wil ik jullie naartoe brengen, naar mijn Zoon! Jullie, lieve kinderen, moeten in Hem opstaan. In Hem moeten jullie de eeuwige vreugde ervaren. Ik zou jullie helemaal willen omhullen in Jezus, mijn lieve Zoon.

Misschien lijkt jullie het gebed soms lastig en schijnt onwerkzaam in de wereld. Dit lieve kinderen, is het niet. Jullie zouden de kracht van het gebed niet verdragen wanneer ik het jullie zou tonen. Bedenk dit, het is de kracht en de genade van de hemelse Vader die jullie totaal bemint. De tranen die ik voor jullie vergiet, mijn kinderen, zijn genaden, genaden voor jullie, lieve kinderen. Mijn goddelijke Zoon is het alfa en het omega. In Hem is alles en alles komt en gaat door Hem. Daarom komt niemand tot de Vader dan door Hem.

Zoek jullie geluk en tevredenheid in geen andere religie, niet in de goederen der wereld. Lieve kinderen, jullie vinden dat alles daar niet, alleen in mijn Zoon vinden jullie de goddelijke liefde, de hemelse tevredenheid. Beleef de liefde van de Vader ook bewust in het dagelijkse leven. Het is niet eenvoudig voor jullie, lieve kinderen en de tegenstander bekoort jullie dagelijks. Word echter niet moedeloos! Ik troost jullie. Roep mij aan, ik neem jullie bij de hand en leid jullie. Laat jullie door mij leiden! Mijn goddelijke Zoon draag ik in jullie harten. Ik bekommer mij om ieder van jullie. Ik kom niet alleen naar enkelen, maar ik kom naar ieder van jullie. Ik kan jullie dit niet dikwijls genoeg zeggen!

Wanneer jullie bekoord worden, zo draag dit lijden niet alleen. Pieker niet, wees niet verbitterd. Geef het aan mijn Zoon Jezus Christus, jullie Heiland en aan mij, jullie Moeder. Ik ben er helemaal voor jullie. Ik ben tegenwoordig."

De Moeder Gods spreidde haar mantel uit. Wij werden helemaal omhuld van haar mantel. Toen opende ze hem weer, zegende en keek naar ons. Ze hief de handen naar de hemel. Nu verdween de verschijning. Ik zag alleen nog een ovaal licht en de twee knielende engelen. Ze droegen elk een gouden schaal. Nu pas zag ik in de eerste kerkbank links Zuster Faustina, Robert Bellarmin en Myriam van Abbelin zitten. Ze baden met ons de rozenkrans.

 

7 mei 2001

Op maandag 7 mei 2001 kwam de 'blauwe gebedsoase' voor de tiende keer samen in de parochiekerk van Sievernich. Ik kreeg het zeer warm. Het Fatimabeeld, dat in de maand mei nu rechts in de parochiekerk stond, werd licht en levend. De Moeder Gods glimlachte naar ons allen. Toen knikte ze en de lippen van het beeld bewogen.

De Moeder Gods sprak: "Kom, kom naar mij!"

Toen glimlachte ze een tijdje, werd groter en stond plotseling levensgroot naast haar beeld. Ze droeg een witte mantel met gouden boord. Deze mantel reikte vanaf haar ene voet over het hoofd tot aan de andere voet. Hij was op regelmatige afstanden bezet met drie parels. Haar haren werden door de mantel helemaal bedekt. Ze droeg een lichtblauw kleed met een gouden halsboord die eveneens versierd was met drie parels. In haar handen hield ze een rozenkrans uit witte parels, het kruis met het lichaam van Christus was groot en goudkleurig.

Ze ging naar het altaar en stond nu links van het altaar (van bij mij uit gezien). Achter haar gingen twee wit geklede engelen, die ieder een gouden schaal droegen. De engelen knielden nu voor de H.Maagd en baden de tranenrozenkrans samen met de biddende mensen in de kerk.

Toen sprak de Moeder Gods tegen ons:

"Ik groet en zegen jullie, lieve kinderen, in de naam van mijn geliefde goddelijke Zoon J Jezus Christus. In Zijn naam kom ik tot jullie. Ik ben Maria, de Smetteloze, Maria, de Moeder Gods. Lieve kinderen, ik ben verheugd over jullie gebed. Het geneest jullie en maakt jullie sterk, want lieve kinderen, wanneer jullie bidden, zijn jullie helemaal bij mijn Zoon en mijn Zoon in jullie. O, gebruik deze aardse tijd, ze is voor jullie een kostbaar geschenk voor de eeuwigheid.

Denk niet dat jullie leven met het eindigen van dit aardse leven ophoudt. De aarde is voor jullie een school, lieve kinderen. Op aarde moeten jullie de weg vinden naar mijn Zoon en trouw tot Hem staan. Jullie ziel moet in Hem sterk worden. Daarom, mijn kinderen, ben ik helemaal bij jullie.

Mijn goddelijke Zoon schenkt Zich dagelijks aan de Kerk. Maar omdat de mensen zo verhard zijn in de harten en de dwalingen volgen die de duisternis verspreidt, is mijn komst noodzakelijk. Ik zou graag de schapen terug brengen naar mijn Zoon. Ik bereid Zijn komst voor. Mijn geliefde Herder in Rome probeert de mensen één te maken. Ik heb hem op deze reis gestuurd. Later zullen jullie, lieve kinderen, het begrijpen wanneer hij niet meer onder jullie zal zijn. De duisternis raast tegen hem omdat hij helemaal in mij is en in mijn Zoon. Ik ben bij hem en zo is hij op de hoogte van mijn verschijningen op de aarde.

Mijn geliefde zonen moeten niet wanhopen. Ik verlaat mijn zonen niet! Jullie taak wordt moeilijk; heb moed, kijk naar jullie Moeder, ik zal jullie leiden! Lieve kinderen, hebben jullie ook moed, kijk ook naar jullie Moeder. Ik bemin jullie! Mijn goddelijke Zoon bemint jullie! Dagelijks geeft Hij zichzelf als geschenk aan jullie. Neem Zijn woorden en mijn woorden, die één zijn, op in jullie dagelijks leven. Bid, spreek dagelijks tot ons, opdat wij helemaal bij jullie kunnen zijn. Zo, lieve kinderen, worden jullie voorbereid op de komst van mijn goddelijke Zoon.

Wees niet moedeloos en vraag niet, waarom dit of dat nog niet is geschied. De hemelse Vader, waarin mijn goddelijke Zoon helemaal aanwezig is en Hij in Hem, in Hem ligt alles vast. Alles zal zo geschieden zoals het door mij is gezegd, maar, lieve kinderen, in een andere aardse tijd. Er zal een hele grote geloofsafval plaatsvinden. Dit, lieve kinderen, is slechts het begin. Dan zullen zelfs de gelovigen zeggen: wanneer zullen de toekomstige profetische dingen geschieden? Waren deze verschijningen echt? Velen zullen zeggen dat mijn verschijningen niet echt waren en plegen onrecht. Dan vergaat er nog een aardse tijd en ten laatste zullen de profetieën vervuld worden, zo, zoals er staat geschreven en zoals ik het ontelbare keren zei aan mijn kinderen. Ik wil jullie leiden door deze geloofswoestijn opdat jullie niet verloren gaan, opdat jullie standhouden. In de naam van mijn goddelijke Zoon wil ik jullie helen naar lichaam en ziel!"

Toen zegende de Moeder Gods ons allen, ging dan naar iedere persoon in de kerk en maakte telkens een kruisteken op het voorhoofd van de aanwezigen. De beide engelen hielden ieder een schaal in hun handen en volgden haar. In een van de schalen was zoiets als een witte, bijna doorzichtige zalf. Er lag weinig in de schaal. In deze schaal doopte de Moeder Gods haar vinger en maakte telkens een kruisje op het voorhoofd. Toen alle aanwezigen een kruisteken ontvangen hadden, keerde ze terug naar haar plaats, de engelen volgden haar. Ze sprak:

"Lieve kinderen, denk niet dat er in deze tijd niets gebeurt. Er gebeuren grote veranderingen die de duisternis veroorzaakt. Maar denk eraan: alles is in mijn Zoon, Hij is de Heer! Hij zal door Zijn komst de duisternis en zijn werken beschamen. Blijf alleen in Hem, meer hoeven jullie, lieve kinderen, niet te doen. Dompel jullie onder in Hem, wees nederig! Blijf eenvoudig!"

Ze zegende ons, werd helder en verdween helemaal in het licht. Er bleven witte rozen achter, een 'M' uit witte rozen op de plaats waar ze stond. Nu gingen de engelen naar het altaar en knielden daar. Ze hielden de schalen in hun handen. Een van de engelen kwam naar mij en goot een gouden vloeistof in mijn meegebracht vaatje voor wijwater. Toen keerde hij terug naar het altaar.

In de altaarruimte zaten op de misdienaarbanken vooraan rechts paus Pius XII, daarachter een grote man in een rood gewaad met lange witte baard en rode hoofdbedekking. Pas nu zag ik in de voorste linker kerkbank voor mij Robert Bellarmin, Zuster Faustina en Myriam van Abbelin zitten.

 

11 juni 2001

Op maandag 11 november kwam de gebedsgroep 'blauwe oase' voor de elfde keer samen in de parochiekerk van Sievernich. Er vormde zich een witte nevel (gezien van bij mij) links naast het altaar. Nu zag ik de H.Maagd helemaal in het wit gekleed (wit gewaad, witte mantel en witte sluier). Ze droeg aan haar voeten gouden sandalen.

Ze stond op een wolk en zweefde ongeveer een meter boven de grond. Haar handen waren gevouwen tot gebed. In haar handen zag ik een rozenkrans uit gouden rozen, het kruis aan het uiteinde was eveneens uit goud. Achter haar was er een ovale lichtschijn. De Moeder Gods was bedroefd en keek naar beneden. Nu zag ik hoe twee engelen van rechts naar haar kwamen en voor haar neerknielden. De beide engelen droegen ieder een gouden schaal in hun handen. Ze baden de rozenkrans mee. Maria keek naar mij en plotseling zag ik haar gezicht heel dicht bij mij. Ik had het zeer warm en ik voelde mij erg aangetrokken door de H.Maagd.

Ze sprak: "Lieve kinderen, ik groet en zegen jullie in de naam van mijn goddelijke Zoon Jezus Christus. Ik ben Maria, de Smetteloze, Maria, de Moeder Gods. Ik ben jullie poort, die jullie tot Jezus, mijn Zoon, leid. Kom allen tot mij, ik leid jullie naar Hem, die jullie ware heil in de Vader is. Lieve kinderen, reinig jullie zielen, bezoek mijn geliefde zonen, de priesters, die ik uitgekozen heb en maak jullie zielen vrij. De biecht is voor ieder van jullie belangrijk. Voor de wereld lijkt ze ouderwets. Laat jullie niet in dwaling brengen.

Reinig jullie zielen, deze weg leidt naar de Vader!

Ik kijk in jullie zielen en een ziel vraagt zich af of ze mij in deze oase mag bezoeken? Ja, Ik heb haar roepen gehoord. Ze mag mij dikwijls bezoeken. Lief kind, roep mij dagelijks!

Een ziel verwacht uit de verte mijn antwoord. Lieve ziel, u ontvangt mijn antwoord. Wat u begonnen bent, zet het verder. Dit is mijn wens en die van mijn goddelijke Zoon Jezus Christus."

Tot een priester: "Mijn geliefde zoon zou ik graag de angst uit zijn ziel nemen. Wees onbezorgd! Wend u tot de Vader!

Mijn lieve kinderen, wees ijverige biddende mensen. Ik wil jullie zo begeleiden. Ik ben tegenwoordig. De duisternis wil jullie dit doen vergeten. De wereld veracht mijn goddelijke Zoon. Hij zal echter de wereld beschamen. Omdat de tegenstander dit weet, wil hij de zielen van de mensen in dwaling brengen. Zijn doel is de verwijdering van God. Luister niet naar hem! Ik wens jullie te brengen naar mijn geliefde goddelijke Zoon Jezus Christus, ik wens jullie naar de hemelse Vader te brengen. Daarom ben ik hier en vandaag bij jullie. Maar lieve kinderen, ook wanneer jullie mij niet zien, ben ik bij jullie. Denk eraan! Ik kan het jullie niet dikwijls genoeg zeggen.  Mijn Zoon schenkt Zich aan jullie dagelijks in het Sacrament des Altaars.  Dit is zo belangrijk voor jullie allen!

Tot het heil komen, helemaal in de Vader, is zonder mijn goddelijke Zoon niet mogelijk. Laat jullie geen zand in de ogen strooien. Hou jullie vast aan hetgeen ik reeds bij al mijn verschijningen zei op aarde.  Lieve kinderen, adem mij in! Laat mijn goddelijke Zoon binnen in jullie harten. Nog is alles mogelijk. Overweeg dit. Kijk naar Hem, de Koning van de Hemel. Want wat zal er gebeuren wanneer hij in alle heerlijkheid komt en jullie zijn niet voorbereid? Daarom ben ik bij jullie. Ik bereid jullie voor. Ik zou jullie dagelijks willen begeleiden, niet alleen deze dag. Effata!"

Nu zag ik plotseling het Hart van de H.Maagd, de Liefdesvlam van haar Hart, tijdens het bidden van het rozenhoedje van de liefdesvlam. De stralen gingen van Maria uit naar ieder van ons. Het waren rode en andere bonte stralen, een waaier van stralen.

De engelen gingen een stukje voorop. De Moeder Gods sprak tot hen. Nu ging zij voorop, achter haar de engelen en ze ging naar ieder van ons en gaf ons een kruisje op het voorhoofd. Ze legde haar hand op onze hoofden en ik hoorde, hoe ze iets zei met 'Emi…' of' Imi….'  Ze ging naar ieder van ons, de engelen volgden in witte gewaden. Aansluitend keerde ze weer met de engelen naar haar plaats terug links naast het altaar.

Ze sprak: "In de naam van mijn Zoon Jezus Christus, kom allen tot mij, die beladen en belast zijn, want ik ben jullie Moeder, de Maagd van de Heer. O, mijn kinderen, verlaat de weg niet van mijn Zoon. Er gebeuren zo'n grote veranderingen en alles wordt in vraag gesteld. Mijn geliefde Herder in Rome leidt de Kerk in de juiste orde. Maar zie, de duisternis zal Rome zeer bedreigen, zelfs de vromen! Zie, wat er met jullie broeder is gebeurd. Hij was mij zo nabij. Waarom heeft hij mijn Zoon verraden? Zie, lieve kinderen, hij was horig, horig aan een andere macht. Bid voor hem en let op. Wees waakzaam en nederig. Het was de trots die hem deed vallen.

Jullie, lieve kinderen, wens ik te leiden. Ik bemin jullie, mijn goddelijke Zoon bemint jullie en de Vader in de hemel bemint jullie. Wees daar zeker van. In alle noden en zorgen hou dit steeds voor jullie ogen."

(Er volgde een persoonlijke mededeling.)

"Lieve kinderen, ik zegen jullie in de naam van mijn geliefde Zoon."

Ze zegende ons, steeg iets naar boven en verdween. De dichte nevel bleef achter en de twee engelen. In de nevel zag ik in gouden schriftletters: 'Maria'.

Aansluitend zag ik links vooraan in de kerkbank Myriam van Abbelin, Zuster Faustina en Robert Bellarmin de rozenkrans bidden. In de altaarruimte rechts op de bank vooraan zat paus Pius XII (Pacelli), op de andere kerkbank zat een man met lange baard in rood gewaad en rode hoofdbedekking. De H.Charbel knielde voor het altaar en boog naar voor bij ieder wees gegroet tijdens de rozenkrans. Allen baden mee, ook de twee heilige engelen.

 

2 juli 2001

Op maandag 2 juli 2001 was het de twaalfde keer dat de gebedsgroep 'blauwe oase' samen kwam in de parochiekerk van Sievernich. Ik zag een witte nevel links naast het altaar (gezien van bij mij). Toen zag ik de Moeder Gods. Ze stond op een witte wolk, die ongeveer 20 cm boven de grond zweefde. De H.Maagd was helemaal gekleed in het wit (wit gewaad, witte sluier). Haar witte sluier was met een gouden boord versierd. Ze droeg gouden sandalen en aan haar voeten bloeide een gouden roos. Haar haren waren voor het grootste deel verborgen door de sluier. De Moeder Gods had zwartbruin haar. Ze hield haar handen gevouwen tot gebed. In haar handen hield ze een rozenkrans bestaande uit louter gouden rozen. Ze glimlachte en terwijl zegende ze ons.

Achter haar was een gouden, ovale lichtschijn waaruit twee engelen in wit gewaad tevoorschijn traden. Ze knielden op een afstand van haar en baden mee met ons.

Beide engelen droegen ieder een gouden schaal. In de een schaal was er een vloeistof, in de andere lag er zoiets als een doorschijnende zalf. Haar gezicht kwam heel dicht bij mij en daarbij kreeg ik het zeer warm.

Ze sprak: "Lieve kinderen, ik groet en zegen jullie in de naam van mijn goddelijke Zoon Jezus Christus. Ik verheug mij dat jullie mijn oproep beantwoorden. Bid, bid, want, lieve

kinderen, mijn goddelijke Zoon bemint jullie zeer! Ik bemin jullie innig! Kom, kom tot mij!

Ik ben bij jullie. Ik ben tegenwoordig. Vul jullie harten met gebed.

Jullie spreken met mijn geliefde goddelijke Zoon! Er gaat niets verloren in het gebed zoals de wereld het jullie wil doen geloven. Mijn goddelijke Zoon schenkt jullie Zijn genade in de blauwe gebedsoase. Bewaar deze genade in jullie hart, verspil ze niet. Bij de zalving is mijn goddelijke Zoon volledig tegenwoordig. Ik kan het jullie niet dikwijls genoeg zeggen hoe belangrijk en heilzaam voor jullie het rozenkransgebed is, hoe onvervangbaar het Sacrament des Altaars is waar mijn Zoon Zich helemaal wegschenkt. Hij schenkt Zich aan jullie, lieve kinderen. Begrijpen jullie mijn woorden? Wederom raakt hij jullie harten door de zalving. Dompel jullie onder in het Hart van mijn Zoon Jezus Christus. Wees niet dwaas, neem mijn Zoon Jezus op in jullie harten.

Ik ben Maria, de Smetteloze, Maria, de Moeder Gods. Ik wil jullie leiden naar mijn Zoon Jezus Christus. Hij toont jullie de weg naar de Vader. Ik kom naar jullie om jullie te leiden.  Erken het ware geloof, de waarheid die de Vader is. Deze waarheid wordt door de wereld veracht omdat zij de wereld niet van nut is. Lieve kinderen, laat jullie niet in  dwaling brengen. Volg de weg van de Vader, de Zoon, de Moeder. Open jullie zielen en laat jullie helemaal doorvloeien door de goddelijke liefde. Ik schenk jullie mijn liefde, een liefde die oneindig is, die niet telt hoeveel ze geeft."

Nu zag ik hoe de engelen met hun schalen een stukje vooruit liepen. De Moeder Gods ging dan voor en de engelen volgden haar. De Moeder Gods ging naar ieder van ons en zegende telkens ons voorhoofd met een doorschijnende zalf. Ze zei daarbij iets wat voor mij onverstaanbaar was. Aansluitend keerde ze terug met de engelen naar haar plaats links naast het altaar.

Toen ze zich daar naar ons omdraaide, zag ik dat haar Hart open en zichtbaar was. Uit haar Hart kwamen wonderbare, gouden en gekleurde stralen, die naar ieder van ons gingen. Een enorme stralenwaaier dompelde ons allen onder, terwijl wij het rozenhoedje van de Liefdevlam aan het bidden waren.

De H.Maagd sprak: "Een ziel vraagt zich af of ik het ook werkelijk ben. Ja, lief kind, ik ben Maria, de Moeder Gods en u bent naar mij gekomen, omdat u in uw familie grote zorgen hebt. Ik zie al uw zorgen. Bid en bezoek mij hier in deze gebedsoase. Ik zal uw zorgen van u wegnemen en ze in liefde veranderen. Want zoals uw ziel heen en weer dwaalt, vind u geen genezing. Deze rust vind u in het gebed, in het gesprek met mijn Zoon Jezus. Vertrouw mijn Zoon! Mijn groet stuur ik in de verte aan de pelgrims. Zij mogen zeker zijn van mijn bescherming en mijn tegenwoordigheid!"

De H.Maagd stond op de aarde. De aarde veranderde in een rozenboeket. In de kerk regende het gouden rozen van boven naar beneden!

Ze sprak: "Zie, al mijn genaden schenk ik jullie. Zijn jullie je daarvan bewust? Deze genaden komen van mijn Zoon in de Vader. Ik dompel jullie onder in mijn moederlijk Hart. Moge jullie hart gereinigd uit mijn Hart voortkomen, opdat jullie dichtbij mijn Zoon zijt, opdat jullie één worden, opdat jullie komen tot het heil. Mijn Zoon schenkt jullie de H.Geest. Moge Hij jullie in het dagelijkse leven, in de wereld, begeleiden. Moge Hij jullie doen en laten leiden om heel nabij te zijn bij mijn Zoon Jezus.

Blijf mijn Zoon trouw! Verlaat de weg niet die Hij jullie toonde. De wereld laat jullie geloven dat de sacramenten van de Kerk en de Kerk zelf, nutteloos zijn en zonder werking. Dit is niet waar. Laat jullie niet in verwarring brengen. Zie, precies daarom ben ik naar jullie gekomen opdat jullie niet verloren gaan. De sacramenten zijn in mijn goddelijke Zoon en ze bezitten Zijn goddelijke genezingskracht. Ze maken jullie één, ze helen jullie in de Vader. De Kerk is de Kerk van mijn Zoon Jezus Christus. Hij schenkt haar Zijn kracht, Zijn genade. Mijn Zoon werkt in haar. Er zal in haar een verandering gebeuren, maar hou jullie vast aan hetgeen ik jullie zei bij mijn verschijningen op aarde. Hou het evangelie in eer, want het verkondigt de waarheid. Zijn Kerk zal niet verloren gaan, ze zal de kracht van de H.Geest in zich dragen.

Ik ben naar jullie gekomen om jullie te leiden door deze aardse tijd, deze aardse tijd van verwarring. Jullie weg weze de weg van mijn Zoon, een weg van liefde, die leidt naar de Vader. Bemin jullie naaste en bid voor hen die jullie je vijanden noemen. Bid, en jullie zullen hen niet meer tot jullie vijanden rekenen, want in mijn Zoon is de verandering  der liefde. Vergeef elkaar, want zie hoe belangrijk is de vergeving voor jullie ziel. Niemand kan komen tot het heil als hij niet de vergeving kent. Deze woorden heeft mijn Zoon jullie geschonken door mij. Ik bemin jullie, kinderen. Ik zou iedere dag bij jullie willen zijn. Kom tot mij! Ik zegen jullie in de naam van mijn geliefde goddelijke Zoon Jezus Christus in de Vader."

Ze ging langzaam terug en glimlachte. Toen verdween de verschijning. De gouden, ovale lichtschijn bleef echter en er was duidelijk groot en in wit licht de letter 'M' te zien. Plotseling straalde de letter in het blauw naar ons. De engelen waren nog aanwezig. Voor het altaar knielde de H.Charbel, die bij ieder wees gegroet boog. In de achterste rechter altaarbank zag ik een oudere man met baard en rood gewaad. In de voorste rechter bank zat Pius XII (Pacelli) als paus gekleed. In zijn handen hield hij een gouden boek. In de eerste voorste kerkbank zag ik nu Myriam van Abbelin, Zuster Faustina en Robert Bellarmin. Zij baden samen met ons.

 

6 augustus 2001

Op maandag 6 augustus 2001 was het de dertiende keer dat de 'blauwe gebedsoase' samen kwam in de parochiekerk van Sievernich.

Tijdens het rozenkransgebed voelde ik een grote hitte. Toen zag ik links (van mij uit gezien) naast het altaar een fijne witte nevel. Nu zag ik de Moeder Gods. Ze stond op een wolk. De wolk zweefde iets boven de grond. De Moeder Gods droeg een wit gewaad, een witte mantel die van het hoofd tot de voeten reikte. Deze mantel was versierd met een gouden boord. Het gewaad was eveneens versierd met een gouden halsboord. Het haar van de H.Maagd was zwartbruin en was een beetje zichtbaar onder de mantel. Op haar hoofd droeg ze een gouden kroon. Ik zag aan haar voeten een gouden roos. Achter haar stonden twee engelen gekleed in het wit, het haar losjes vallend tot op de schouders. Ze droegen twee gouden schalen. In de een schaal lag een doorschijnende zalf, in de andere een doorschijnende vloeistof. Achter de H.Maagd zag ik een helder, wit ovaal licht dat fel straalde. De Moeder Gods droeg in haar tot gebed gevouwen handen een gouden rozenkrans. De parels van de rozenkrans bestonden

uit gouden rozen. Plotseling stond de Moeder Gods op een veld vol met gouden rozen.

Toen kwam ze dichter bij mij en sprak: "Ik groet en zegen jullie, lieve kinderen, in de naam van mijn goddelijke Zoon Jezus Christus. Ik ben Maria, de Smetteloze, Maria, de Moeder Gods. In de naam van mijn geliefde goddelijke Zoon kom ik naar jullie.

Lieve kinderen, dompel jullie onder in mijn Onbevlekt Hart. Laat jullie helemaal leiden door mij. Ik ben bij jullie, ik ben tegenwoordig. Kom kinderen, ik neem jullie aan de hand, ik leid jullie naar mijn Zoon Jezus Christus. Ik heb op jullie gewacht. Laat jullie je nu door mij leiden. Kinderen, zie, de wereld verstaat mijn woorden niet. Bekommer jullie om hetgeen mijn Zoon wenst van jullie. Stel jezelf dagelijks de vraag: wat kan ik voor Jezus doen? De situatie waarin de Kerk zich bevindt, is niet goed, ze moet gereinigd worden. Maar, mijn lieve kinderen, de Kerk is het Lichaam van mijn geliefde Zoon. Hij is helemaal in haar aanwezig en zal ze niet ten onder laten gaan. Daarom kinderen, heb moed en sterk de Kerk waarin de Vader is, de Zoon en waar ik in ben. Alleen de Zoon, mijn geliefde Zoon Jezus Christus, kan jullie het heil geven naar ziel en lichaam. Schaad de Kerk niet, sterk haar, kinderen! Dat is mijn oproep aan jullie. Door de Kerk komen jullie tot het heil, mijn Zoon is helemaal in haar. Denk daar altijd aan. Wat er ook op de Kerk mag afkomen, blijf haar trouw, zo wil het de Vader, de Zoon en ik, want ik ben jullie Moeder.  (Er volgde een persoonlijke mededeling.)

Ik heb alle intenties gehoord en heb in ieder hart gekeken. Bid uit ganser harte en geef jullie volledig aan mij. Ik ben jullie Moeder, vertrouw mij, want dan kan ik in jullie werken en jullie leiden, zo wil het de Vader in de hemel en mijn geliefde Zoon Jezus Christus."

Nu zag ik hoe het Hart van de Moeder Gods zich opende. Uit haar geopend Hart kwamen bonte stralen tevoorschijn. Deze stralen gingen van haar Hart uit naar ieder van ons. Wij waren allen in een stralenwaaier ondergedompeld. (Er volgt een persoonlijke mededeling.)

"In de groep van de pelgrims is er een ziel die de doop nog niet ontvangen heeft. Werk voor de Heer, laat u leiden door Hem. Door de doop opent u voor Hem de deur, zo dat Hij Zijn intrek in u kan nemen. Wil u voor Hem werken? Wees dan bereid voor de doop.

Aan de vrouw die deze ziel zeer nabij is, zeg ik: Effata! Laat de Heer, mijn geliefde Zoon, toe in uw hart. Ontvang de sacramenten.

Lieve kinderen, in de sacramenten schenkt mijn Zoon Zich helemaal aan jullie. Neem dit geschenk waar want het brengt jullie heil naar lichaam en ziel! Ik bid jullie dringend,  aanvaard mijn geliefde Zoon, Hij is een goddelijke geschenk voor jullie."

Nu gaat de Moeder Gods voor en zegent ieder van ons, geeft een kruisje op ieder voorhoofd van de aanwezigen en kijkt ieder apart lang aan. De twee engelen volgen haar. Bij een ziel blijft ze staan en zegent deze drie maal. Daarna keert ze terug naar haar plaats.

"Lieve kinderen, mijn genade, die de genade van mijn geliefde Zoon is en die van de hemelse Vader, schenk ik jullie. Moge een ziel een levensbiecht afleggen en dan helemaal voor mij werken. Ik zie in het hart van deze ziel. Ze mag zich van mijn begeleiding bewust zijn.

Mijn kinderen, ik bemin jullie. Ik wens jullie te leiden naar mijn Zoon in het Vaderhuis. Zie de weg die jullie mogen gaan, dat is de weg van mijn geliefde Zoon, dat is de weg van de Kerk. Er bestaat geen andere weg voor jullie. Alleen deze weg is de weg van het heil. Van hieruit zal ik jullie begeleiden. Ik begeleid jullie op de thuisreis en ga met jullie naar jullie huis. Ik zegen door mijn geliefde Zoon Jezus jullie families en verwanten. Opdat ik bij jullie zijn kan, bid dagelijks met mij! Opdat mijn Zoon Zijn woning in jullie kan betrekken, bid dagelijks met mij! Bid uit het hart! Denk eraan, ik ben bij jullie. Ik ben jullie Moeder!

Bid opdat jullie de weg niet verlaten, want de duisternis is in de wereld. Maar ik zal jullie leiden uit deze duisternis en er zal jullie geen schade toegebracht worden. Ik ben bij jullie."

De Moeder Gods spreidt nu haar mantel open, hij wordt groter en groter en nu omvat hij ons allen. Wij zijn allen in de mantel geborgen.

"Lieve kinderen, ik begeleid ieder van jullie. Ik zegen jullie met de liefde van mijn goddelijke Zoon Jezus Christus. Alles tot eer van mijn geliefde Zoon."

De Moeder Gods zegende ons. De verschijning verdween. De engelen bleven. Nu zag ik in de laatste linker altaarbank een man in een rood gewaad. In de voorste altaarbank paus Pius XII, In de linker voorste kerkbank zag ik Robert Bellarmin, Zuster Faustina en Myriam van Abbelin. Voor het altaar knielde tijdens het gebed de H.Charbel.

Tijdens de H.Mis, bij de consecratie, zag ik Jezus als de barmhartige Heiland in een wit gewaad. Zijn verschijning was zeer groot. Zijn Hart was open en straalde. Het Hart alleen vulde de hele altaarruimte. In Zijn Hart was het altaar en de priester geborgen.

 

3 september 2001

Op maandag 3 september 2001 was het voor de veertiende keer dat de 'blauwe gebedsoase' samen kwam in de parochiekerk van Sievernich. Bij het binnentreden in de  kerk heb ik in de Fatimakapel boven het kruis een gouden kelk gezien. Tijdens het rozenkransgebed voelde ik een grote hitte. Toen zag ik (gezien van bij mij) links van het altaar een ovaal gouden licht. Het werd zeer fel en groot. Hieruit trad de Moeder Gods naar voor. Ze ging iets vooruit. Achter haar zag ik twee engelen die eveneens naar voor traden, maar achter haar bleven. De Moeder Gods droeg een wit gewaad, een roodachtige mantel met een gouden boord en een witte sluier. Haar haar lichtte iets gegolfd op vanonder haar sluier. De handen hield ze tot gebed gevouwen. In haar handen zag ik een rozenkrans met rode en witte parels, rozenparels. De parels van het Wees Gegroet waren wit, de parels van het Onze Vader waren rood. Aan haar voeten droeg ze gouden sandalen. Aan haar voeten zag ik een gouden roos. Toen zag ik dat ze stond op een witte wolk net boven de grond. Haar gewaad straalde en glinsterde van licht.

Ze glimlachte, kwam dichterbij en sprak: "Ik groet en zegen jullie, mijn kinderen.

Ik verheug mij over jullie komst. Kinderen, ik zal jullie brengen naar mijn geliefde Zoon Jezus Christus. Ik ben Maria, de Smetteloze, Maria, de Moeder Gods.

Lieve kinderen, leef in het geloof, blijf trouw aan de Kerk. Dit is de weg van de waarheid en het ware leven. Ik toon jullie deze weg, heb geen angst om deze te beschrijden. Vertrouw mijn goddelijke Zoon. Zeg niet dat mijn komst nutteloos is. Dit is het waarlijk niet. Ik kom naar jullie opdat jullie in deze aardse tijd van verwarring de weg naar het leven vinden. De weg naar het leven is de volledige weg, de ene, het heil. Zo moeten jullie komen tot het heil naar ziel en lichaam. Zo wil het mijn goddelijke Zoon Jezus Christus. Door Zijn liefde zijn jullie verlost geworden, door Zijn liefde komen jullie ook vandaag nog tot het heil. Mijn Zoon werkt ook vandaag nog indien jullie het maar willen. Maak jullie hart bereid, bevrijd het van schulden en lasten. Word tot een ware tempel. Bewaar het woord van de Vader, de Zoon en de Moeder in jullie harten. Lieve kinderen, ik zie jullie zorgen en noden." (Er volgde een persoonlijke mededeling.)

Mijn kinderen, veel geliefde zonen, de priesters, volgen niet meer mijn goddelijke Zoon. Ze verloochenen het evangelie en de leer van de Kerk. Bid tot de H.Geest. Wend jullie tot mijn geliefde zonen, die mijn Zoon Jezus Christus volgen. Alleen in de Vader is de waarheid en het leven. Wee hen echter die de waarheid en het leven verloochenen!"

De Moeder Gods weende en sprak: "Ik vergiet mijn tranen voor jullie. Hoe kunnen jullie het toch verantwoorden mijn kinderen in de dwaling te brengen? Velen geloven niet meer aan de werken van Jezus en Zijn bestaan. Wat gebeurt er echter met diegenen, wanneer alles verwezenlijkt wordt van wat ik reeds in Fatima aan de kinderen zei? Denk niet, kinderen, dat het niet meer gebeurt! Noch mijn goddelijke Zoon Jezus, noch ik, Zijn Moeder, dreigen jullie en zo werken wij niet. Mijn komst is in de naam van het heil, mijn goddelijke Zoon Jezus Christus.

Ik wil jullie zielen redden en winnen voor mijn Zoon Jezus Christus opdat jullie komen tot het heil en niet verloren gaan. Tien minuten in het dagelijkse leven, tien minuten, die ik jullie in mijn Onbevlekt Hart mag onderdompelen, deze minuten van aardse tijd van het gebed, een zalving voor de eeuwigheid."

Nu zag ik dat het Hart van de Moeder Gods open was. De stralen van haar Hart gingen naar ieder van ons. Allen werden ondergedompeld in deze stralen. Nu ging zij naar ieder van ons persoonlijk en gaf ons een kruisje op het voorhoofd. Zij bekeek een ziel en legde haar hand op het hoofd. Ze sprak:

"Deze ziel wordt door mij gereinigd voor mijn Zoon. Ik mag u in de naam van mijn Zoon hoop schenken. Van uw geestelijk lijden bent u in de naam van mijn goddelijke Zoon Jezus Christus bevrijd!"

Achter haar liepen twee engelen met twee gouden schalen. In de ene schaal lag een gouden vloeistof, in de andere lag een doorzichtige zalf die schitterde van licht. Wij werden daarmee door de H.Maagd gezegend. De engelen werden door haar Raphaël en Michaël genoemd. Van een familie neemt zij de arme zielen weg die de familie zeer kwellen. De engelen nemen deze arme zielen onder hun hoede.

De engelen nemen deze zielen in bewaring. Ze keerde terug naar haar plaats.

"Een ziel is zeer wankelmoedig. Ik wil haar in de naam van mijn Zoon moed inspreken. Ik ben het die bij u ben. Ik ben Maria, de Moeder Gods. Kom allen tot mij, ik wil jullie allen onder mijn beschermende mantel brengen." Nu opent ze haar mantel, wordt groot en omhult ons allen met haar mantel. Wij zijn allen geborgen.

"Lieve kinderen, ik bemin jullie. Heb geen angst en kom naar mij want ik ben jullie Moeder. Vertrouw mijn Zoon Jezus Christus. Ik ben bij jullie. Ik ben helemaal tegenwoordig in mijn blauwe gebedsoase. Twijfel niet, ik ben het, Maria, de Moeder Gods, gezonden door Jezus, mijn geliefde goddelijke Zoon. Amen."

Op de eerste kerkbank zaten Robert Bellarmin, Zuster Faustina en Myriam van Abbelin. De H.Charbel knielde voor het altaar. In de achterste altaarbank zat een man in een rood gewaad. In de voorste altaarbank zat paus Pius XII (Pacelli). Tijdens de rozenkrans knielden de engelen en baden mee. Maria zegende ons en de verschijning verdween. Er bleef een letter 'M' achter uit gouden rozen.

 

15 oktober 2001

Op maandag 15 oktober 2001 was het voor de vijftiende keer dat de 'blauwe gebedsoase' samen kwam in de parochiekerk van Sievernich.

Ik voelde een grote hitte. Tijdens het rozenkransgebed zag ik links naast het altaar een helder, stralend licht en dan wat nevel. Nu zag ik de Moeder Gods. Ze droeg een wit gewaad en een witte, lange mantel, die tegelijkertijd ook sluier was. De mantel was versierd met een gouden boord. Haar haren waren donker zwartbruin. Haar handen waren gevouwen tot gebed. In haar handen hield ze een gouden rozenkrans met gouden rozen. Ze stond op een wolk, die iets zweefde boven de grond. Aan haar voet zag ik een gouden roos. De Moeder Gods bekeek ons allen ernstig en zegende ons.

Ze weende! Haar tranen hadden de vorm van diamanten tranen en vielen op de grond.

Ze sprak: "Ik zegen jullie in de naam van mijn goddelijke Zoon Jezus Christus.

Ik ben Maria, de Smetteloze, Maria, de Moeder Gods. Kinderen, troost mij! Troost mij door jullie gebed! Roep mijn Zoon, smeek Hem om de goddelijke vrede! Lieve kinderen, antwoord Satan niet met haat en geweld, neem mijzelf en mijn goddelijke Zoon, neem ons als hulp. Zie wat er gebeurd is, zie de vele mensen die slachtoffer zijn geworden van een vernietiging. Zie de mensen die slachtoffer zijn geworden van duistere intriges.

Geen waarheid, geen goddelijke waarheid, die één is met de Vader, kan vernietiging en geweld leren. Dit leert de duisternis. In de Vader is het heil, in de Vader is de zegen, in de Vader is de liefde! Mijn goddelijke Zoon Jezus is de liefde zelf!

Bid voor mijn geliefde Herder in Rome. Bid! Bid voor Duitsland! Bid voor de wereld en aanvaard mij als jullie helpster en Moeder. Lieve kinderen, ik ben jullie Moeder. Ik open voor jullie mijn Hart en het Hart van mijn geliefde goddelijke Zoon Jezus Christus.

Lieve kinderen, jullie komst is niet nutteloos. Ik zie jullie zorgen en nood. Dompel ze onder in mijn Onbevlekt Hart. Lieve kinderen, zo kan ik jullie omvormen en brengen naar mijn Zoon Jezus. Ik ben vandaag naar jullie gekomen om jullie mijn tranen te schenken want ik ben de Moeder van alle mensenkinderen. Ik ben de Vrouwe van alle volkeren. Mijn tranen leg ik in jullie hart opdat jullie gered worden, opdat jullie mijn tranen opnieuw aan mij kunnen opofferen. Deze opoffering is een grote genade voor jullie. Ik wil jullie ziel naar Jezus, mijn goddelijke Zoon, leiden.

Ik ben vandaag naar jullie gekomen om jullie te zeggen hoe belangrijk de heilige sacramenten zijn. Velen weten niet meer dat ze werkelijk het heil brengen. Ze heiligen jullie in de Vader. Ik beveel ze jullie aan! Wanneer jullie mijn Zoon in de heilige Hostie tot jullie nemen, vergeet dan niet het heilige sacrament van de boete. Schenk jullie helemaal aan mijn geliefde Zoon. Ik zeg 'helemaal', niet 'een beetje'. Reik Hem de hand en niet een vinger! Wees bereid, schenk jullie helemaal opdat Hij volledig bij jullie kan zijn.

Lieve kinderen, onder jullie is een familie diep bedroefd. Ze verwachten van mij een gesproken woord voor hen. Ik zeg echter aan hun: Alles is gezegd geweest. Ze volgen mijn woorden op indien ze zich wenden tot een priester die hen begeleidt. Alleen een priester zal hen kunnen helpen want door hem werkt mijn goddelijke Zoon! Een ziel komt tot mij die ik in mijn Hart zal onderdompelen."

Ik zag dat de Moeder Gods daar stond met geopend Hart. Uit haar Hart kwamen bonte stralen. Ze ging naar ons. Achter haar liepen nu twee in het wit geklede engelen. Iedere engel droeg een schaal. De engelen volgden de Moeder Gods. Maria kwam naar ons, bekeek ieder van ons apart en zegende iedere aanwezige met de substantie uit de schaal. Ik kon niet precies zien of het water of een doorschijnende zalf was.

Ze sprak: "Een ziel vraagt zich af of ik werkelijk vandaag bij jullie in de kerk ben.

Ik sta voor u en zegen u in de naam van de Vader, de Zoon en de H.Geest. Volg mij en mijn Zoon. Bezoek mij dikwijls in mijn gebedsoase. Ik ben in haar tegenwoordig. In haar is mijn geliefde Zoon Jezus."

Ze ging verder met iedere persoon apart te zegenen en keerde dan terug naar haar plaats naast het altaar. Bij ons in de kerkruimte bleef zoiets als een gouden vlam in de lucht achter terwijl het rozenhoedje van de liefdevlam gebeden werd.

Ze sprak: "Lieve kinderen, kom onder mijn beschermende mantel. Ik bemin jullie!"

Nu spreidde ze haar mantel uit en wij waren allen erin geborgen.

"Lieve kinderen, ik bescherm jullie. Dit is mijn gebedsoase van de toevlucht. Ik plaats jullie onder mijn mantel. Daar zijn jullie geborgen. Schenk mij ook jullie hart. Vertrouw mij en mijn Zoon Jezus Christus. Wanneer jullie de duistere beelden zien van de oorlog, wanneer jullie het slechte nieuws horen van de oorlog, bid! Bid voor die mensen die in deze oorlog geofferd worden. Bid en schenk mij alle landen der aarde in het gebed. Vereer het Kostbaar Bloed van Jezus Christus dat Hij voor jullie kinderen vergoten heeft! Ik heb mijn Zoon op aarde verloren en weergevonden. Ik ken het lijden van de treurende moeders. Bid! Bid ook opdat ik dagelijks bij jullie ben want ik ben jullie bescherming. De wil van de hemelse Vader is, dat ik jullie in deze rampen en verwarring ter hulp kom. Vereer het heilig Aanschijn van mijn goddelijke Zoon Jezus Christus.

Dat is mijn innigste wens.  Alles tot eer van mijn geliefde Zoon en hemelse Vader!

Lieve kinderen, verwacht met vreugde mijn geliefde goddelijke Zoon in het Allerheiligste Sacrament des Altaars. Verwacht Hem in Zijn barmhartigheid en in de zalving.

Wees bereid! Neem mij helemaal op in jullie hart opdat ik in jullie kan werken. Aanvaard niet de wereld, de wereld dwaalt. Aanvaard mijn Zoon Jezus in liefde en vreugde. Schenk jullie helemaal aan Jezus!"

Ik zag plotseling midden in de altaarruimte de aardbol. Ze draaide rond. Over Afghanistan en de buurlanden daalde een gouden kelk neer en bloed vloeide uit de kelk over die staten. Boven de aarde verscheen een gouden geschrift: "Wegens de duisternis moet het volk gereinigd worden. Ze hebben Mij, hun Heer, vergeten en vertrouwen alleen op hun eigen krachten. Maar dit is ontstaan uit hun eigen krachten want ze willen Mijn hulp niet!" Nu zag ik over de aarde een lichtend kruis waarvan stralen vielen op de aardbol. Een blauwe straal trof Duitsland, Zwitserland en Italië. Een rode straal trof Rusland, Afrika, Japan en China. Een zwarte straal trof Afghanistan en de U.S.A. Een witte straal trof Zuid-Amerika.

Toen zag ik boven de aarde het Kindje Jezus van Praag en achter het Kindje een banderol: "Mijn Rijk kome." Het zegende, de aarde werd een blauwe lichtbol en keerde weer in Zijn hand. Boven de aarde zag ik een gouden kruis.

De H.Maagd bad met ons de rozenkrans en sprak: "Lieve kinderen, ik zegen jullie in de liefde van mijn Zoon Jezus. Ik verheug mij over jullie gebed. Het schenkt mij troost.

Ik laat mij graag door jullie troosten. Zo zal ik bij mijn goddelijke Zoon voor jullie bidden voor ieder van jullie die mij vandaag in mijn gebedsoase bezocht heeft. God, de Heer, mijn geliefde Zoon Jezus zij met jullie!"

Ze zegende ons en verdween in het licht. De engelen bleven knielend voor haar, meer bepaald voor het licht in de aanbidding. De H.Charbel knielde in gebed voor het altaar. De H.Josafat zat in de achterste altaarbank in het rood gekleed. In de voorste altaarbank zat paus Pius XII (Pacelli). In de linker voorste kerkbank knielden Zuster Faustina, Robert Bellarmin, Myriam van Abbelin en Teresia van Avila. Ze baden samen met ons de rozenkrans.

 

12 november 2001

Op maandag 12 november 2001 was het voor de zestiende keer dat de 'blauwe gebedsoase' samenkwam in de parochiekerk van Sievernich. Ik voelde een grote hitte. Nu zag ik links van het altaar een fijne, witte nevel. Toen zag ik de Moeder Gods. Ze was helemaal gekleed in het wit (wit gewaad en witte mantel die van het hoofd reikte tot aan de voeten). De mantel was versierd met gouden rozen en met een gouden boord versierd. In haar handen hield ze een gouden rozenkrans die bestond uit gouden rozen. De Moeder Gods glimlachte. Haar haren werden helemaal bedekt door de mantel die tegelijkertijd sluier was. Ze stond op een nevelwolk. Aan haar voeten zag ik een gouden roos. De Moeder Gods zegende ons.

Ze kwam nader tot mij en zei: "Ik groet en zegen jullie, lieve kinderen. Ik ben Maria, de Smetteloze, Maria, de Moeder Gods. Mijn Zoon Jezus zond mij naar jullie opdat jullie kinderen, de weg naar Hem vinden. Ik ben de poort die jullie leidt naar mijn goddelijke Zoon Jezus. Ik ben de bruid van de H.Geest. Lieve kinderen, bid, kom tot mij. Vandaag zegen ik ieder van jullie. Ik ga naar ieder van jullie. Open jullie harten opdat ik in jullie harten kan wonen. Wanneer ik in jullie woon, zo zal ook mijn Zoon in jullie harten wonen.

Lieve kinderen, ik heb jullie reeds dikwijls gezegd hoe belangrijk de heilige sacramenten zijn. Vandaag spreek ik tot jullie als jullie Moeder. Ik spreek tot hen die het sacrament van het huwelijk niet meer eren. Ook het huwelijk is een belangrijk sacrament want uit het huwelijk groeit volgens de wil van mijn goddelijke Zoon de vrucht van de liefde. Mijn geliefde Zoon Jezus zegent de echtgenoten en vraagt om dit sacrament naar waarde te schatten. Overweeg mijn woorden die mijn Zoon voor jullie gaf! Mijn geliefde Zoon zegt tegengesteld met alle wereldlijke stromingen: acht jullie in het leven, ja in het dagelijkse leven. Wees het huwelijksleven waardig, acht elkaar! Wat ik jullie zeg: acht de vrucht die uit het sacrament van het huwelijk groeit! Acht de kinderen want ik ben de behoedster van alle families! Doe aan hen geen onrecht en breng de kinderen tot mij en mijn goddelijke Zoon. Alle families en mijn geliefde zonen, mijn priesters, dompel ik onder in mijn Onbevlekt Hart. De families die zich bekennen tot mijn goddelijke Zoon en mijn geliefde zonen zullen de wereld redden! Ze leven in de waarheid en erkennen mijn komst.  Ik vraag jullie om gebed, kinderen! Misschien zullen jullie zeggen: Moeder, wij bidden, is het dan nooit genoeg? Ik zeg jullie echter: bid zonder onderbreking, brand van liefde, wees één met mijn geliefde Zoon, dan zullen jullie komen tot het heil. Ik kom naar jullie als jullie Moeder. Ik wil jullie naar het vaderhuis brengen. Smeek alle genaden af van de H.Geest die de Vader jullie schenkt."

De H.Maagd zweefde in de lucht. Ze bevond zich in de altaarruimte. Toen zweefde ze over ons.  Ik zag dat haar Hart geopend was. Uit haar Hart kwamen bonte stralen naar ons toe. Wij werden allemaal ondergedompeld in deze stralen. Op de grond rechts en links van de Moeder Gods zag ik twee heilige engelen die gouden schalen droegen. De H.Maagd was zo groot dat ze bijna heel de altaarruimte vulde.

Ze sprak: "Lieve kinderen, kom en bezoek mij in mijn blauwe gebedsoase. Hier ben ik waarlijk tegenwoordig. In de zalving komt mijn Zoon werkelijk naar jullie. Ik ben naar jullie gekomen opdat jullie mijn tegenwoordigheid voelen, opdat jullie voelen dat ik bij jullie ben en deelneem aan jullie zorgen en nood. Ik laat jullie niet alleen! Jullie moeten slechts de weg naar mij vinden en jullie openen. Open jullie voor mijn goddelijke Zoon Jezus!"

Rond het Hart van de Moeder Gods was een gouden doornenkroon gewonden. Ze ging met de engelen die haar volgden naar de mensen. De eerste schaal van de twee engelen was gevuld met een doorzichtige vloeistof, de tweede schaal met een doorzichtige zalf. Ze zegende en schouwde in het hart van ieder mens. De H.Maagd bleef staan bij een persoon.

Ze sprak: "U bent naar hier gekomen. U wilt weten of ik werkelijk verschijn in deze kerk. Ik ben vandaag naar u gekomen opdat u mijn zegen voelt. Ik zegen u in de naam van de Vader, de Zoon en de H.Geest."

Ze keerde weer naar haar oude plaats. Toen zei ze: "Lieve kinderen, bid zonder onderbreking! Zie de golven van de haat in de wereld. De duisternis wil jullie verwarren. Haat niet, vergeef en bemin elkaar. Zie, kinderen, in deze verwarring bescherm ik jullie. Ik plaats jullie onder mijn beschermende mantel."

Ze opende nu haar armen samen met haar mantel en wij waren allemaal in haar beschermende mantel geborgen. Een zoete rozengeur omhulde ons allen. In de mantel zag ik een prachtig licht.

Ze zei: "Ga naar Jezus, Hij is de bron van alle genaden uit de Vader. Ik kom naar jullie om mijn Kerk te sterken, de Kerk, die het Lichaam van mijn geliefde Zoon is.

In haar komen jullie tot het heil. Ik leid mijn Kerk, de Kerk van mijn Zoon. Ik bereid jullie voor op Zijn wederkomst. Vraag niet wanneer deze wederkomst zal zijn, wees veel meer daarop voorbereid! Zie de rampen, de verwarring waarin jullie je bevinden. Mijn gezang zal jullie leiden door deze rampen, deze verwarring van de wereld en jullie zullen, kinderen, niet verloren gaan. Want ik ben bij jullie en ik bemin jullie, ik ben jullie Moeder!"

Ik zag de wereld onder de beschermende mantel van Maria. De aarde had enkele bloedende wonden. Maria smeekte echter Jezus. Ik zag een blauw licht en daarna vele blauwe lichten. Dit licht sloot de wonden van de aarde. Maria droeg nu een gouden kroon. De aarde was helemaal in het blauwe licht gehuld. Plotseling was alles bedekt door een blauwe kleur. De Moeder Gods verscheen nu helemaal in het wit gekleed met een kroon op haar hoofd. Op haar arm droeg zij het kindje Jezus dat ook in het wit gekleed was. Het hield in Zijn handjes een blauwe aardbol en een scepter. Het zegende ons en glimlachte. Alles was alsof het aan het veranderen was.

De Moeder Gods sprak: "Dit is de verandering in de tijd. Ik heb u alles getoond."

Ze ging met het Kindje Jezus naar de mensen. Vanuit het Kindje ging een licht naar ieder van ons. Maria sprak: "Leg mij alle zorgen en noden voor. Zeg aan die familie dat ik tegenwoordig ben. Bid, bid, bid en vergeef elkaar. Mijn Zoon Jezus wenst van jullie dit offer van vergeving. Is het voor jullie ook zwaar, vraag ik jullie, om jullie te wenden tot één van mijn priesters en met zijn hulp zullen jullie de vrede vinden. Zo wil het mijn goddelijke Zoon.

Lieve kinderen, vergeet mijn woorden niet, draag ze in jullie harten. Wat er ook in deze aardse tijd mag geschieden, ik ben bij jullie. Roep mij, bid en spreek met mij en mijn geliefde Zoon Jezus. Ik zal jullie bijstaan in jullie zorgen en noden en in jullie dagelijks leven. Schenk jullie helemaal aan mij. De Vader is het huis dat alles omvat, de Zoon is de Heer des Huizes die in Hem leeft en woont, de Moeder, ik, ben de poort die jullie leidt naar mijn geliefde Zoon Jezus Christus. Bid, bid, bid!"

De Moeder Gods zegende ons en de verschijning verdween. Ik zag alleen nog een lichtschijn. In de altaarruimte knielden Zuster Faustina, Myriam van Abbelin en Robert Bellarmin. De H.Charbel knielde voor het altaar en boog bij ieder wees gegroet. In de achterste altaarbank zat de H.Josafat. Hij was rijkelijk versierd en droeg een bijzonder kruis op de borst. In de voorste altaarbank zat paus Pius XII. Hij hield een gouden boek in zijn handen. Allen baden de rozenkrans. Boven het altaar zweefde in de lucht een bijzonder teken.

 

3 december 2001

Op maandag 3 december 2001 voelde ik tijdens het bidden van de rozenkrans een grote hitte. Toen zag ik een ovaal licht. Uit dit licht trad de Moeder Gods. Ze was helemaal in het wit gekleed (witte sluier met gouden boord en wit gewaad). Haar voeten stonden op de aardbol. Naast haar voeten zag ik een gouden roos. Maria had haar handen gevouwen tot gebed. Ik zag een gouden rozenkrans uit gouden rozen in haar handen. De Moeder Gods bezag eerst mij en dan alle anderen ernstig.

Ze kwam dichter bij mij en zei: "Ik groet en zegen jullie lieve kinderen, in de naam van mijn goddelijke Zoon Jezus Christus. Ik ben Maria, de Moeder Gods, Maria, de Smetteloze. Mijn eerste woord, dat het woord van de Vader is en de Zoon, richt ik tot mijn priesterzonen. Zonen, veelgeliefde zonen, hoor mijn roepen. Het is het roepen van jullie Moeder. De roep van jullie Moeder is de roep van de Vader, is de roep van de Zoon, mijn goddelijke Zoon Jezus Christus. Mijn geliefde zonen, geef geen gehoor aan de wereldlijke stromingen die jullie in dwaling brengen. Hoor de stem van mijn geliefde Zoon Jezus Christus, die in Zijn Kerk leeft en werkt. Veel van mijn zonen willen mijn woorden niet opnemen in hun hart. Ze houden alles voor ongeloofwaardig en geloven niet aan de werken van mijn Zoon Jezus. Ze geloven niet aan mijn komst. Aan diegenen zou ik willen zeggen: Mijn roep, mijn gezang dringt binnen in de wereld. Zonen, kom tot mij, ik bemin jullie zoals mijn goddelijke Zoon jullie bemint! Keer om en volg mijn goddelijke Zoon Jezus! Geliefde priesterzonen, ik roep jullie in de naam van mijn goddelijke Zoon Jezus. Heb geen angst!

De Kerk wordt door de wereld dooreen geschud, maar ik laat het echter niet toe dat ze zal ondergaan. De Kerk blijft bestendig, zoals mijn geliefde Zoon de Eeuwige, de Bestendige in de Vader is. De Kerk zal in de Vader stralen want ze wordt door Hem beschermd, daar de Vader in haar leeft, evenals mijn geliefde Zoon, en zoals ik in haar leef. Al het heil komt uit haar, iedere genade zal vanuit haar uitgaan omdat de Kerk door de Vader, door de Zoon en door mij, jullie Moeder, begiftigd wordt.

Lieve kinderen, velen onder jullie worden bedrukt door zorgen en noden. Kom tot mij in mijn blauwe oase van het gebed. Ik ben in haar tegenwoordig. Door haar schenk ik jullie mijn genade. Smeek, smeek, kinderen uit ganser harte. Jullie smeekbeden draag ik  naar mijn goddelijke Jezus. Lieve kinderen, toon mijn Zoon jullie liefde. Maak gebruik van de sacramenten van de Kerk opdat Hij helemaal in jullie Zijn woonst kan betrekken en opdat Hij ook in het dagelijkse leven bij jullie zijn kan. Mijn kinderen, ik bemin jullie!"

Nu zag ik hoe de Moeder Gods naar ieder van ons zweefde. Ze had haar Hart geopend en daar omheen was een doornenkroon gevlochten. In haar Hart staken drie zwaarden en haar Hart bloedde. Zo ging ze begeleid door twee engelen naar ieder van ons.

Ze hield de rechterhand op ieders hoofd en zegende ieder van ons. Ze stopte bij een pater en zei tot hem: "U was op vele plaatsen waar ik ook verschenen ben. Hier ben ik tegenwoordig. Ik zegen u in de naam van de Vader, de Zoon en de H.Geest!" Toen ging ze verder. Bij een ziel bleef ze staan en vroeg deze innig tot ommekeer. Ze sprak: "Keer terug, ik smeek u! Biecht en waag een nieuwe start. Kom tot mij, ik ben bij u! Uw Moeder roept u. Kom tot mij!

Ik zou graag de families willen zegenen. Ik ben er voor hen. Ik bemin de families die luisteren naar het woord van mijn Zoon Jezus. Word niet moedeloos! Hou u vast aan elkaar. Ik zal jullie helpen en bijstaan.

Lieve kinderen, zie, ik ben helemaal bij jullie vandaag. Onder jullie is iemand, die aan mij vraagt, of hij de weg naar mij ook kan bewandelen. Hij vraagt zich af of hij dit in een kloosterorde kan doen. Ik zeg u dat u dat kan doen in de naam van mijn geliefde Zoon Jezus Christus!"

De Moeder Gods zweefde over ons. Een bonte stralenkrans kwam vanuit haar hart en wij waren allen daarin ondergedompeld. Maria sprak: "Kinderen, ik toon jullie nu mijn geliefd Kind!" De Moeder Gods had nu in het wit gekleed het Kindje Jezus op haar arm. Jezus sprak: "Zo moeten jullie tot Mij komen, in deemoed en liefde. Ook jullie moeten worden zoals een kind." Jezus zegende de aanwezigen. "Wie aanstoot aan Mij neemt, die neemt aanstoot! Maar Ik ben de Bron van alle genaden, Ik ben de Waarheid en het Leven!" Hij hield in Zijn handen een scepter en een blauwe aardbol. Deze aardbol was door een gouden schriftrol omhuld: Jezus Christus, die wederkomen zal in heerlijkheid. Jezus zei: "Ik leid jullie uit alle nood en ramspoed. Ik ben jullie Heiland. Kom tot Mij die beladen en belast zijt!"

Maria sprak: "Mijn Zoon schenkt jullie alle genaden uit de Vader. Ga heen en bewaar Zijn genade in jullie harten. Brand van liefde, kinderen, en bid tot Hem, de Liefde zelf! Met mij zullen jullie alle stormen trotseren. Alles met mij en mijn geliefde goddelijke Zoon in de Vader. Ga niet in de dwaling wanneer jullie bekoord worden want ik ben bij jullie. Ik help jullie. Bezoek mij daarom in de kerk. Bezoek mijn geliefde Zoon en schenk Hem jullie liefde. Maria zegende ons. De aardbol werd licht en daarna de verschijning.

Maria sprak: "Mijn kind, ik bemin u. Blijf mijn Zoon Jezus trouw. Ik ben bij u! Laat u niet ontmoedigen."

De verschijning verdween. Nu zag ik voor het altaar knielend de H.Charbel. Vooraan rechts zag ik paus Pius XII en de H.Josafat. Vooraan voor het altaar links zag ik knielend Myriam van Abbelin, Zuster Faustina, Robert Bellarmin en een man in een bruin gewaad met baard. De beide engelen die de Moeder Gods begeleidden, waren met hun schalen nog aanwezig. Boven het altaar straalde een hostie uit licht zoals een zon. De hostie droeg de inscriptie: 'J H S'.


  www.maria-die-makellose.de          back top