Startpagina
Overzicht Boodschappen Kindje Jezus
Verschijning van de Koning der Barmhartigheid op 25.01.2023
We worden allemaal in een prachtig gouden licht ondergedompeld. Een grote gouden lichtbol, vergezeld van twee kleinere gouden lichtbollen, zweven aan de hemel voor ons in de lucht. De grote bol gaat open en het Jezuskind komt in de Prager gedaante eruit tevoorschijn. Het draagt een grote gouden kroon en Zijn haar is donkerbruin, kort gekruld. De Koning der Barmhartigheid heeft blauwe ogen. Het Jezuskind draagt een rood gewaad en de rode mantel van Zijn Kostbaar Bloed. De hemelse Koning draagt een groot gouden scepter in zijn rechterhand en in Zijn linkerhand de Vulgaat (Heilige Schrift). Nu gaan de twee andere kleinere lichtbollen open en twee in het wit geklede engelen komen uit deze lichtbollen tevoorschijn. De engelen knielen voor de Koning der Barmhartigheid en spreiden Zijn mantel over ons uit. We zijn onder Zijn mantel geborgen. Hij is als een tent over ons heen gespreid. Het Jezuskind zegent ons: "In de Naam van de Vader en van de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen." De hemelse Koning neemt Zijn scepter aan Zijn Hart en spreekt: "Zie, Ik ben het Lam Gods, dat wegneemt de zonde der wereld! Lieve vrienden, bid en blijf trouw aan Mij. Aan Paulus werd Mijn werk zichtbaar. Wie zijn hart opent en zich tot Mij keert, die roep Ik en zo kan elke ziel van Saulus tot Paulus worden. De Heilige Schrift is het Woord van de Eeuwige Vader en Mijn Woord. Jullie mogen deze er niet van afwijken! Paulus hield van Mijn Woord. Zo mogen jullie de Heilige Schrift in zijn geheel zien: Het Oude en het Nieuwe Testament. Het is het verlossingsverhaal van de mens en Mijn werk en het werk van de Vader, in Wie Ik volledig ben. Ook het priesterschap mag niet losgeweekt van het Oude Testament gezien worden. Luister naar Mijn Woord!"
De Heer spreekt tot mij in
stilte over het komende eindtijdwonder van wolken- en vuurzuil. In de
Bijbel vinden we deze zuil in het Oude Testament in het boek Exodus.
Verder spreekt het goddelijk Kind over de berg, waar Mozes de ontmoeting
met God had. De berg was in een grote wolk en een groot vuur gehuld. Dit
was de grote aanwezigheid van de Eeuwige Vader. Mozes ontving op de berg
van God de tien geboden. God koos Mozes uit, die op de bergtop naar Hem
toe mocht gaan en later Aaron, die door God als priester geroepen werd.
Geen ander mens, geen familieleden, hoe belangrijke persoon ook, mocht
naar de bergtop meegaan (Heilige Schrift, Exodus 19:16-25). Dan wordt de Vulgaat door een onzichtbare hand geopend. Ik zie de passage uit de Heilige Schrift: Paulus, Brief aan de Romeinen 1:18 e.v. Het Woord straalt op ons neer. We zijn allemaal door helder licht omgeven. De Koning der Barmhartigheid komt naderbij en spreekt: "Nu laat Ik je iets zien voor de komende tijd. Pius V was een trouwe vriend, zoals Mij dat Benedictus XVI, jullie rots, was."
De Heer laat me een lang geschrift zien en zegt, de mensen noemen haar de mis van alle tijden. Het geschrift was erg uitgebreid, zodat ik het wel kon herkennen, maar niet woord voor woord kon onthouden. Opnieuw bevestigde het genadige Kind mij, dat dit voor de komende tijd is. De Koning der Barmhartigheid spreekt: "Ze werd in gebed gevraagd!"
"Benedictus XVI, jullie rots,
werd omwille van zijn genadenrijke geestelijke gaven zeer veracht. Weet
dit. "Bid, want het kwaad is zeer sterk in de wereld. Alleen door jullie gebed, jullie offer, jullie boetedoening, het Heilig Misoffer, kan de wereld gered worden, het strafgerecht verzacht worden. Jouw helpers moeten heel veel bidden, anders herkennen ze niet wat Ik aan het doen ben. Het plan Gods voor deze plaats en Duitsland gaan ze anders niet herkennen, het plan van de Vader, dat Mijn plan is. Wie niet bidt en offert, aan hem zal het plan verborgen blijven. Ik wil jullie redden en niet straffen."
De Koning der
Barmhartigheid drukt nu Zijn scepter aan Zijn Hart en het wordt tot
aspergillum van Zijn Kostbaar Bloed. Hij zegent en besprenkelt ons met
Zijn Kostbaar Bloed. Vooral de zieken en alle mensen, die aan Hem
denken: "In de Naam van de Vader
en de Zoon - dat ben Ik - en de Heilige Geest. Amen." Dan plaatst het genadenrijke Kind Zijn rechtervoet op een steen van de putrand en spreekt:
"Omdat Mijn Bloed niet in het
Heilig Misoffer vloeit, besprenkel Ik jullie met Mijn Kostbaar Bloed."
De Heer wenst tot afscheid van ons nog één bepaald gebed en zegt vaarwel: "Adieu!" We bidden zoals gevraagd:
‘O mijn Jezus, vergeef ons onze
zonden, behoed ons voor het vuur van de hel, breng alle zielen naar de
hemel, vooral diegenen die Uw barmhartigheid het meest nodig hebben.’ De Heer gaat terug in het licht en de engelen doen hetzelfde. De lichtbollen sluiten zich en er verschijnt het teken: IHS. De lichtbollen verdwijnen.
Deze boodschap wordt aangekondigd zonder afbreuk te doen aan het oordeel van de
Rooms-Katholieke Kerk.
Uit de Bijbel: Brief aan de Romeinen 1:18 e.v. Commentaar van Dr. Hesemann: "Mozes naar de berg Sinaï vergezellen mocht Jozua, die zijn assistent was, maar Aaron, zijn broer, leidde de oudsten van Israël, die Mozes naar de heilige berg begeleidden, maar halverwege op hem bleven wachten. Daar installeerde God Aäron als Israëls hogepriester, een ambt dat overgedragen werd aan zijn directe afstammelingen, terwijl de Levieten, zijn stam, voortaan de priesterlijke diensten verrichtten. Tot in de tijd van de Makkabeese opstanden (2e eeuw v. Chr.) bleef het hogepriesterlijke ambt in het huis Aäron. Toen de Makkabeeën het voor zichzelf opeisten, kwam het tot een schisma en volgelingen van de Aäronitische hogepriesterschap gingen ermee naar Egypte, waar zij een "alternatieve" tempel bouwden. De Essenen wederom verwachtten een hogepriesterlijke Messias uit het huis Aäron, die de "oude orde" zou herstellen. Jezus was via zijn grootvader Joachim een Davidide en via zijn grootmoeder Anna tegelijkertijd een Aaroniet, zodat hij zowel koning als hogepriester was, reden waarom de schrijver van de Brief aan de Hebreeën schrijven kon: "Daar wij nu een verheven hogepriester hebben...". (Heb 4:14).
Dat ons katholieke priesterschap teruggaat op het priesterschap van het Oude Verbond, heeft paus Benedictus heel duidelijk uitgelegd door in zijn voorwoord "Het katholieke priesterschap" in het boek "Uit de diepte van het hart" van kardinaal Sarah. Benedictus XVI beschrijft daarin het christelijke priesteramt als herinterpretatie van het Israëlitische hogepriesterschap, waarin in de gestalte van Jezus als hogepriester "de profetische cultuskritiek en die van Mozes uitgaande cultische traditie, met elkaar versmelt". De verhoudingsbepaling tot het oudtestamentarische priesteramt is echter na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) "ook voor de katholieke kerk onvermijdelijk geworden". Het begrip van het priesteramt is "met een enorme urgentie over ons gedenderd" en "heeft tot op heden tot een voortdurende crisis van het priesterschap in de Kerk geleid". Pius V (1566--72) was een echte heilige paus. Hij introduceerde de rozenkrans en het Angelusgebed toen Europa door de Turken werd bedreigd, en bracht zo het wonder van Lepanto teweeg: Bij de beslissende zeeslag van de "Heilige Liga" tegen de Ottomaanse vloot waren de christenen eerst hopeloos in de minderheid; bovendien was de wind tegen. Maar om precies 12 uur, toen overal in de christelijke wereld het Angelus werd gebeden, draaide de wind en konden zij een succesvolle frontale aanval op de Turken inzetten. Hij was ook een groot hervormer die consequent de besluiten van het Concilie van Trente uitvoerde. Met zijn bul "Quo primum" van 14 juli 1570 stelde hij "voor altijd" vast wat nu de "Tridentijnse Mis" wordt genoemd en verbood hij het ooit te wijzigen of af te schaffen: "(...) noch kan de huidige brief [Quo primum] ooit worden herroepen of gewijzigd, maar hij blijft voor altijd van kracht." Dit was waarschijnlijk de "lange brief" die de heer Manuela liet zien.
|